De overheid vereenvoudigde de wetgeving rond vennootschappen. Daardoor sneuvelden er onder meer heel wat vennootschapsvormen. Wat als de vennootschapsvorm van jouw zaak tot die groep behoort? De impact ervan lees je hier.
Welke vennootschappen blijven bestaan?
De voornaamste verandering is het aantal mogelijke vennootschapsvormen. Dat vermindert drastisch. Best mogelijk dat jouw vennootschapsvorm binnenkort niet meer bestaat.
Hieronder vind je de overblijvende vennootschapsvormen:
- De Maatschap
- De vennootschap onder firma (VOF)
- De commanditaire vennootschap (CommV)
- De besloten vennootschap (BV)
- De coöperatieve vennootschap (CV)
- De naamloze vennootschap (NV)
- Het Europees economisch samenwerkingsverband (EESV)
- De Europese vennootschap (SE)
- De Europese coöperatieve vennootschap (SCE)
Wat verandert er nog voor ondernemers?
Vereiste aantal oprichters versoepelt
Volgens de huidige wetgeving vereist een Naamloze vennootschap of Besloten vennootschap minstens twee oprichters. Vanaf 1 mei 2019 is het mogelijk om een NV met één persoon – vennoot, rechtspersoon of natuurlijke persoon – op te richten.
Minimum startkapitaal BVBA afgeschaft
De wetgever schaft het minimum startkapitaal voor BV(BA) af. Wie van plan is om er één op te richten, hoeft dus geen 18.550 euro meer te voorzien. Voortaan zorg je zelf voor voldoende startkapitaal. Daarom is het zeker interessant om een degelijk financieel plan op te stellen.
Aantal bestuurders nv
Vandaag bestaat de raad van bestuur in een NV uit minstens drie bestuurders. Vanaf mei blijft het aantal op minstens 3 bestuurders, tenzij er maar 2 aandeelhouders zijn. In dat geval wordt het aantal bestuurders herleid tot 2.
Geen onderscheid meer tussen burgerlijke en handelsvennootschappen
Het verschil tussen de twee werd bepaald door de commerciële insteek:
- Vrije beroepers zoals (tand)artsen in een groepspraktijk, werken met een burgerlijke vennootschap.
- Baat je met je vennootschap bijvoorbeeld een elektrozaak uit, dan doe je dat met een handelsvennootschap.
Door het verschil op te heffen, is het ook voor een (voormalige) burgerlijke vennootschap mogelijk om een faillissement aan te vragen. Volgens de nieuwe wet komen die simpelweg onder de noemer ‘ondernemingen’.
Nationaliteit van de vennootschap
Onder de nieuwe wetgeving wordt de nationaliteit van de vennootschap alleen bepaald door de statutaire zetel. Een Belgische vennootschap die haar zetel verhuist naar het buitenland, zal dus onder de wet van het betreffende land vallen.
Voorbeeld: Een vennootschap heeft haar zetel volgens de statuten in Italië. De dagelijkse leiding en productiehal situeren zich wel in België. Dan zal de vennootschap onder de Italiaanse wetgeving vallen.
Zeg niet langer rechtbank van koophandel
De vroegere rechtbank van koophandel wordt vanaf de nieuwe wetgeving de ondernemingsrechtbank.
Wanneer gaat de hervorming van kracht?
Starten met een vennootschap
Vanaf 1 mei 2019 kan je een vennootschap oprichten volgens de nieuwe regelgeving.
Je hebt al een vennootschap
Voor bestaande vennootschappen wordt het startschot pas op 1 januari 2020 gegeven. Vanaf die datum heb je nog vier jaar de tijd om de statuten aan te passen.
Deadline uit het oog verloren … wat nu?
Vennootschappen die na 1 januari 2024 nog niet conform de nieuwe wetgeving zijn, worden automatisch omgezet volgens de nieuwe wetgeving.
Opgelet: het is mogelijk dat de regering sancties oplegt voor wie niet tijdig initiatief neemt.
Voorbeeld: je hebt nu een commanditaire vennootschap op aandelen, maar die wordt afgeschaft. Vóór 2024 moet je dus je vennootschap omvormen en de statuten aanpassen. Doe je dat niet, dan bepaalt de wet dat je vennootschap automatisch wordt omgevormd naar een naamloze vennootschap.
De overheid kiest dus voor een mindere complexe wetgeving. Nu je weet welke gevolgen deze hervorming van het vennootschapsrecht met zich meebrengt, kan je op perfect op tijd maatregelen treffen.