Een financieel plan is tijdens de voorbereiding van een nieuwe zaak een onontbeerlijk deel van je businessplan. Het geeft jou als startende ondernemer (en je mogelijke investeerders) inzicht in de toekomstige financiële situatie van jouw zaak, waardoor je niet voor onaangename verrassingen komt te staan. Bovendien zal een financieel plan er ook voor zorgen dat je steviger in je schoenen staat wanneer je met externe kredietverleners moet gaan praten.
Wil je jouw eigen zaak opstarten, dan is het financieel plan het laatste onderdeel van het ondernemingsplan. Het biedt antwoorden op vragen zoals:
De kans bestaat dat je als startende zelfstandige je idee zal moeten aanpassen omdat je oorspronkelijke idee niet haalbaar is.
De informatie die je uit het financieel plan haalt, is erg nuttig voor jezelf, maar ook voor externe partijen. Met een goed onderbouwd financieel plan sta je immers steviger in je schoenen bij onderhandelingen met potentiële investeerders.
Net zoals bij de rest van het ondernemingsplan, zal je ook voor dit onderdeel regelmatig moeten terugkomen op bepaalde stappen en beslissingen. Blijf hierbij steeds zo realistisch mogelijk en stel een worst case (wat gebeurt er in het slechtste geval?) en best case (wat als het allemaal lukt?) -scenario op.
Het financieel plan bestaat uit verschillende onderdelen
Het investeringsplan geeft je een duidelijk overzicht van alle kosten die je maakt nog voor je effectieve opstart. Dit zijn uitgaven die je zal maken nog voor je eerste klant tot bij je komt en betaalt, zoals bijvoorbeeld de aankoop of huur van een pand, de inrichting ervan, de aankoop van machines… Het komt er op aan deze investeringen zo volledig mogelijk in te schatten.
Bij het bepalen van je investeringskosten, moet je een onderscheid maken tussen zogenaamde vaste activa, realiseerbare activa en beschikbare activa.
Het financieringsplan geeft aan hoe je alle investeringen zal financieren. Het totaalbedrag van het investeringsplan moet dus identiek zijn aan het totaalbedrag van het financieringsplan. Indien er toch een verschil is, betekent dit dat je bepaalde investeringen niet kan financieren.
Het feit dat je financieringsbedrag gelijk is aan je investeringsbedrag, betekent niet noodzakelijk dat je onderneming financieel gezond is. Om na te gaan of je financieringsplan echt gezond is, moet je een liquiditeitsprognose maken. De liquiditeitsprognose geeft je een inzicht in de maandelijkse tekorten of overschotten aan onmiddellijk beschikbare financiële middelen. We komen hier verder in dit hoofdstuk nog op terug.
Om je investeringen te financieren zal je zowel een beroep moeten doen op je eigen middelen als op externe (geleende) middelen. Je eigen middelen zijn cruciaal. Indien je voldoende eigen middelen kan inbrengen, moet je minder lenen van anderen en sta je steviger in je schoenen. Bepaal eerst hoeveel middelen je zelf in je onderneming kan investeren.
Tijd om de omzet te berekenen die je bedrijf moet halen om alle kosten te dekken. Dit kan je berekenen via een break-evenanalyse. De break-even-omzet is de omzet waarbij je noch verlies, noch winst maakt. De inkomsten zijn dus net voldoende om de vaste en variabele kosten te dekken. Zit je op of onder het break-even-punt, dan betekent dit dat je onderneming verlieslatend zal zijn. Je zal in dat geval je project moeten aanpassen. Stijgt je omzet boven de break-evenomzet uit, dan zal je project winstgevend zijn.
Om je break-even te kunnen berekenen, moet je de volgende gegevens kennen:
Break-even-omzet = vaste kosten gedeeld door de contributiemarge
Via de break-evenanalyse ga je na welke omzet je bedrijf moet halen om minstens uit de kosten te komen en dus winstgevend te zijn. Maar is de berekende omzet wel haalbaar? De vooropgestelde omzet moet technisch uitvoerbaar zijn én er moet een voldoende grote afzetmarkt om je product en/of dienst aan te bieden.
Voorbeeld: Hoe realistisch zijn je plannen? Als zelfstandige consultant werk je 10 uur per dag. Tijdens die uren worden er niet alleen klanten bezocht, maar zal je ook tijd uittrekken voor je bedrijfsadministratie, boekhouding… Indien je je factureerbare uren inschat op 8 uur per dag, 250 dagen per jaar werkt, dan maakt dit een totaal van 2000 uren. Stel dat je beslist om je uren te factureren aan 35 euro per uur, dan is je omzet 70.000 euro. Dit is een omzet die technisch realiseerbaar is maar dit betekent nog niet dat dit in de praktijk ook haalbaar is. Je zal immers voldoende contracten moeten sluiten om die 2000 uren ook effectief te kunnen factureren.
Een project dat op het einde van het jaar winst oplevert, kan in de loop van dat jaar toch geconfronteerd worden met een tekort aan liquide middelen. De inkomsten die je zal ontvangen en de uitgaven die je zal maken zijn niet evenredig verdeeld doorheen het werkjaar. Je zal topmomenten hebben met veel inkomsten, maar ook moeilijkere tijden waarbij de inkomsten niet opwegen tegen de vele uitgaven.
Het liquiditeitsplan zorgt voor een maandelijks overzicht van je liquide middelen en geeft dus een klare kijk op je inkomsten en uitgaven per maand. Hier kan je nagaan over hoeveel middelen je moet beschikken om alle kosten te kunnen dekken. Het is raadzaam om alle financiële gegevens uit te splitsen per maand, zeker je omzet en variabele kosten. Indien je je liquiditeitsplan hebt opgemaakt, kan je bekijken welke jaren het hoogste tekort weergeven aan liquide middelen. Eventuele tekorten kan je met een kortlopende lening, zoals een kaskrediet, financieren. Een kaskrediet is duur en een te groot kaskrediet in verhouding tot de totale investering, is ongezond. Neem dus zeker geen overhaaste beslissing!
Bestudeer waar en wanneer de tekorten zich bevinden en wat de oorzaken hiervan zijn. Een mogelijkheid is dat je grote uitgaven over één jaar gespreid hebt terwijl je deze misschien ook over twee jaar kan spreiden of misschien heb je te weinig kasgeld voorzien?
Sinds het nieuwe vennootschapsrecht is het minimum startkapitaal niet meer vereist (zoals bij een BV) of verminderd. Daar tegenover staat echter dat je financieel plan degelijk uitgewerkt moet zijn en in sommige gevallen neergelegd moet worden bij de notaris.
Stel dat je binnen een periode van 3 jaar na de oprichting failliet zou gaan, dan kan je financieel plan bij de notaris worden opgevraagd. Blijkt dan dat je onvoldoende startkapitaal had voorzien, dan kan je als vennoot (eventueel samen met andere vennoten) toch hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld. In het slechtste geval kan dit betekenen dat je privévermogen mee wordt aangeslagen om de openstaande schulden te vereffenen. Vraag uiteraard ook advies en hulp aan je boekhouder!