Soms loert het gevaar van schijnzelfstandigheid om de hoek: een vorm sociale fraude die zwaar wordt bestraft. Ontdek waarop je moet letten om schijnzelfstandigheid te voorkomen.
Wanneer ben je eigenlijk schijnzelfstandige?
Schijnzelfstandigen hebben het zelfstandige statuut, maar oefenen in feite een beroepsactiviteit uit onder het gezag van een werkgever. Ze zouden eigenlijk in loondienst moeten werken, want een zelfstandige heeft in principe geen baas. Wanneer organisaties zelfstandigen inzetten als personeelsleden, doen ze dat doorgaans om het aandeel sociale zekerheid in de loonkost omlaag te halen.
Wanneer moet je aan de alarmbel trekken?
Controleer dubieuze statuten aan de hand van deze vier aspecten
- De wil van de partijen zoals geformuleerd in hun overeenkomst
Beide partijen zijn vrij hun statuut te kiezen. Het statuut komt overeen met de echte werkomstandigheden en zijn niet in strijd met de wet. - De vrijheid om de werktijd te organiseren
Als zelfstandige kies je zelf wanneer je werkt en vakantie neemt. Een werknemer krijgt zijn werktijden opgelegd. - De vrijheid van organisatie van het werk
Wanneer je als zelfstandige werkt, kies je zelf welke opdrachten je aanneemt en afwijst. - De mogelijkheid om een hiërarchische controle uit te oefenen
Strikte controles op werkuren, zoals een prikklok of functioneringsgesprekken, horen niet thuis in het zelfstandige statuut.
Schijnzelfstandige in de realiteit: een concreet voorbeeld
Stel, Katrien werkt als zelfstandige in een praktijk voor thuisverpleegkundigen, een BV die niet van haar is. De Administratieve Commissie ter regeling van de Arbeidsrelatie onderzocht of er sprake is van schijnzelfstandigheid aan de hand van bovenstaande pijlers.
Katrien geniet veel vrijheid.Ze is bijvoorbeeld zelf verantwoordelijk voor haar administratie en regelt haar boekhouding. Ze hoeft bovendien geen doktersbriefje voor te leggen wanneer ze ziek is en bepaalt wanneer ze op vakantie gaat. Ze moet dit wel melden, zodat er vervanging kan worden gezocht.
De alarmbellen
Een aantal zaken zijn verontrustend voor de Administratieve Commissie ter regeling van de Arbeidsrelatie:
- Katrien moet in principe de planning van de praktijk respecteren (al mag ze afhankelijk van de drukte wel vroeger of later starten, zonder daarvoor toestemming te vragen).
- Eventuele kosten die Katrien maakt (vervoer, telefoon, werkkledij) worden door de BV van de praktijk terugbetaald.
- De coördinator van de praktijk controleert elke maand de patiëntendossiers die Katrien heeft opgemaakt.
- Katrien ontvangt een maandloon waarvan het bedrag vergelijkbaar is met het loon van een werknemer. Zij ontvangt niet rechtstreeks de tegemoetkoming van de verzekeringsinstellingen voor haar prestaties.
- Door het beperkte maandloon heeft Katrien niet de ruimte om bijvoorbeeld een zorgkundige in dienst te nemen of om te investeren.
De beslissing van de commissie
Hoewel beide partijen met het zelfstandigenstatuut instemden en Katrien een relatief grote vrijheid krijgt, bepaalde de Algemene Commissie het volgende:
- Katrien krijgt onvoldoende ruimte om haar werk zelfstandig te organiseren.
- Haar initiatiefrecht als zelfstandige is beperkt. De BV bepaalt immers de belangrijkste richtlijnen voor de organisatie van het werk.
- De economische organisatie van de zaak is in handen van de eigenaars van de BV, terwijl Katrien slechts uitvoerder is. Ze heeft financieel alleen recht op een overeengekomen maandloon, eventueel met een deelname in de winst. Concreet werkt Katrien dus ten voordele van de zaakvoerders.
- Er is sprake van hiërarchie. Katrien kan geen eigen beleid voeren omdat ze onvoldoende financiële middelen ter beschikking krijgt. De eigenaar van de BV zal haar bovendien altijd controleren als er klachten opduiken.
Het gevolg? De Administratieve Commissie oordeelde dat de arbeidsrelatie onverenigbaar is met de kwalificatie als zelfstandige. Kortom, de arbeidsrelatie moet worden aangepast naar een arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer.