Ik wil starten

Hoe scoor je met je buitenreclame?

Geschreven door Inge Logghe | 02 oktober 2017

Je buitenreclame op en aan je bedrijfsgebouw herinnert voorbijgangers op elk uur van de dag aan het bestaan van je onderneming. Het gaat dus om een belangrijke, permanente promotie voor je activiteiten, waaraan je het beste van bij de start de nodige aandacht aan besteedt. Voor je daarbij creatief wegdroomt, is het erg belangrijk vooraf stil te staan bij enkele praktische beslommeringen.

Denk aan de vergunningen en ruimtelijke ordening…

Vaak denken zelfstandig ondernemers pas op de valreep, net voor de opening van hun eigen zaak, aan de buitenreclame. Het resultaat is een hoop ellende, door inbreuken op de regelgeving inzake ruimtelijke ordening en evenveel missers op het vlak van visibiliteit, waardoor de buitenreclame compleet haar effect dreigt te missen. Als je immers dacht om zomaar, naar eigen goeddunken, een bord of lichtbak aan je gevel te kunnen hangen, vergeet het maar…

Het vergunningsbeleid voor reclameborden maakt deel uit van het beleid ruimtelijke ordening, geregeld door de Vlaamse overheid. De wet maakt een onderscheid tussen reclameborden waarvoor wél en waarvoor géén vergunning is vereist.

  • WEL bouwvergunningsplichtig zijn ‘Reclameborden van constructieve aard die op palen worden geplaatst óf die worden vastgemaakt aan een muur of een andere constructie’.
  • NIET bouwvergunningsplichtig zijn ‘de bevestiging aan een vergund gebouw van niet-lichtgevende uithangborden, met een totale oppervlakte van maxi­maal 4m²’ en verder heel wat publiciteitsinrichtingen met mededelingen van publieke aard (sensibiliseringscampagnes van de overheid, socioculturele en politieke affichage, verkiezingspubliciteit…). Je mag ook gerust een bord met ‘te koop of te huur’ aan je gevel hangen als dat niet groter dan 4m² is en dat 14 dagen na de verhuring of verkoop wordt verwijderd.

 

… en de aanvullende stedenbouwkundige verordeningen

Via een aanvullende stedenbouwkundige verordening kunnen de gemeenten van de Vlaamse regelgeving afwijken. Zo kan de gemeente ‘publiciteitsinrichtingen’ die volgens de Vlaamse regelgeving zijn vrijgesteld van vergunning, op haar grondgebied toch vergunnings- of tenminste meldingsplichtig maken. Voor een sluitend antwoord op de vraag of je wel of geen vergunning nodig heeft, wend je je dus het beste tot de stedenbouwkundige ambtenaar op de technische dienst van je gemeente. Omdat de tijdspanne tussen de aanvraag van een vergunning en het al dan niet toekennen ervan kan oplopen tot 3 maanden, heb je er alle belang bij om samen met de bouwaanvraag, meteen ook al alle informatie over reclameborden in te winnen en eventueel de nodige vergunningen aan te vragen.

Alle formulieren voor die aanvraag vind je op www.ruimtelijkeordening.be. Met vragen of toelichting bij de procedure, kan je terecht bij je architect, je leverancier van de buitenreclame of de technische dienst van je gemeente.

 

… en de gemeentelijke belasting op reclameborden

In de meeste gemeenten moet een belasting op reclameborden worden betaald. Sommige gemeenten maken een onderscheid tussen reclameborden die je plaatst op je eigen terrein of gebouw en reclameborden die je plaatst op andermans terrein of onroerend goed. Die belasting is in principe jaarlijks verschuldigd, maar de gemeenten zijn vrij om die periode anders af te bakenen: halfjaarlijks, trimestrieel… Ook de tarieven kunnen variëren van gemeente tot gemeente. Wil je weten of je gemeente wel of geen taksen heft op buitenreclame en hoeveel die taks precies bedraagt? Wend je tot de technische dienst van je gemeente.

 

… en de verzekering tegen ongevallen

Gevelpanelen, spandoeken en stoepborden worden zodanig ontworpen en bevestigd dat ze zelfs bij extreme weersomstandigheden niet loskomen. Tenminste, dat is de theorie en gelukkig meestal ook de praktijk. Maar af en toe, heel uitzonderlijk, gaat het toch eens fout. In dat geval zijn 2 scenario’s mogelijk:

  • Een ongeval met schade aan derden tijdens de montage van de buitenreclame. In dat geval is de leverancier verzekerd met een burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering.
  • Bij een ongeval achteraf, bijvoorbeeld twee weken na de montage valt een gevel­reclame van de muur, zijn er 2 mogelijkheden: ofwel kan je een beroepsfout van de leverancier bewijzen en dan betaalt zijn verzekering, ofwel is het ongeval het gevolg van uitzonderlijke weersomstandigheden en dan betaalt je brandverzekering de schade.

Het is trouwens aangewezen om zodra je gevelreclame is geplaatst, je het beste je verzekeraar meteen op de hoogte brengt en je de gevelreclame laat opnemen in de brandverzekeringspolis.

 

Het geheim van een aantrekkelijke en succesvolle buitenreclame

Wat doe je?

Zeggen wie je bent is belangrijk, maar dat heeft enkel zin als je er bij vertelt wat je doet: een doe-het-zelf-zaak, een restaurant, een tankstation, verzekeringen… Klinkt logisch, maar dat belet niet dat op veel bedrijfsgebouwen toch enkel een persoonsnaam prijkt: ‘Atelier John De Bolle & Zonen BVBA’. Wat John en zijn zonen als zelfstandigen zoal doen in hun ateliers, daar hebben voorbijgangers het raden naar. Jammer, want de kans dat iemand, louter door het zien van de gevelreclame, klant wordt bij De Bolle & Zonen is klein. Dat zijn op termijn veel gemiste kansen.

Hoe vertel je wat je doet en wie je bent?

Met woorden, een logo, foto’s, tekeningen en/of icoontjes of wellicht een mix van deze vijf? Voor buitenreclame geldt onverminderd de regel dat één sterk beeld vaak meer zegt dan duizend woorden. Tenminste, als de toeschouwer het beeld voldoende ziet en begrijpt.

Cruciale factoren hierbij zijn tijd en afstand.

  • Een gezond uitgangspunt is dat (bijna) niemand even halt gaat houden om rustig je buitenreclame te bestuderen. Afhankelijk van de ligging van je zaak (in de dorpskern, een winkelstraat, een bedrijventerrein of langs een verbindings- of autosnelweg), komen passanten te voet, per fiets of met de auto langs je zaak met een snelheid, variërend van 5 tot 120 km per uur. Hoe hoger de snelheid en de afstand, des te compacter en eenvoudiger de boodschap moet zijn en des te groter ook de letters, foto’s en iconen.
  • Hou er verder ook rekening mee dat de meeste mensen om en bij 1,70 m groot zijn en dus bij het voorbijrijden of stappen ongeveer 140 graden horizontaal en 80 graden verticaal zien. Die informatie is onder meer essentieel voor de plaats waar je je buitenreclame ophangt of opstelt. De kans dat een bordje ‘Te koop’ op 6 meter hoog in een smal steegje wordt opgemerkt, is klein. Omdat we vooruit stappen en kijken, zou elke gevelreclame ook haaks op de muur moeten worden vastgemaakt, maar dat is natuurlijk niet altijd mogelijk. Een stoepbord is in dit geval een welkome aanvulling op de gevelreclame. Bij elke keuze die je maakt –vlag, bord of spandoek, 3 of 8 meter hoog– ga je telkens na wie de boodschap moet zien en in welke omstandigheden. Een kwestie van gezond verstand, voldoende voorbereiding en vooral een denkoefening die gegarandeerd loont.
  • Maak je gevelreclame op in de huisstijl van je zaak. De grafische stijl die je ook voor andere publicitaire dragers gebruikt. Als je op je reclamebord dezelfde beelden, lettertypes en kleuren gebruikt als op je biefpapier, je bedrijfswagens, je folders en brochures, dan zullen je (potentiële) klanten jou sneller identificeren en bijgevolg ook sneller naar je toestappen op het moment dat ze jouw product of dienst nodig hebben.