Maak je als werkgever al gebruik van het mobiliteitsbudget? Of is het je nog vrij onbekend? In de wetgeving gebeuren bijna jaarlijks aanpassingen om het aantrekkelijker te maken. Maar wat is een mobiliteitsbudget precies en wat zijn de mogelijkheden voor werkgevers en werknemers? In deze blog vatten we de belangrijkste info samen.
Minder files
Het mobiliteitsbudget is in 2019 ingevoerd met de bedoeling de files te doen afnemen. Een werknemer die aanspraak maakt op een bedrijfswagen of er een heeft, kan kiezen om die bedrijfswagen niet te gebruiken en in de plaats daarvan een mobiliteitsbudget aan te vragen. Met die centen voorziet de werknemer dan in zijn (idealiter duurzame) mobiliteit. De overeenkomst tussen werkgever en werknemer loopt hier volledig op vrijwillige basis.
Drie pijlers
Het mobiliteitsbudget wordt onderverdeeld in drie pijlers, waaruit de werknemer dan kan kiezen.
In pijler 1 zit een nieuwe bedrijfswagen, die voldoet aan strikte voorwaarden (onder andere wat milieuvriendelijkheid betreft). Vanaf 2026 moeten dat elektrische wagens zijn.
In pijler 2 zit alles wat duurzame vervoerswijzen betreft (bedrijfsfietsen, tickets voor het openbaar vervoer, carpooling…)
In pijler 3 zit het restantje. Als op het einde van het kalenderjaar het budget niet volledig is opgebruikt, krijgt de werknemer het uitbetaald. Er wordt daarop wel een solidariteitsbijdrage geheven.
Als werkgever beslis je zelf wat je in die eerste twee pijlers voorziet. Je bent niet verplicht om in pijler 1 een andere bedrijfswagen aan te bieden. Wel moet je een aanbod doen in de tweede pijler.
Nieuw sinds 2022
Oorspronkelijk zat in de tweede pijler ook vervat dat werknemers die dicht bij huis werken hun budget kunnen gebruiken om de intresten van een hypothecaire lening af te betalen. Voorwaarde was wel dat ze op minstens vijf kilometer van de onderneming wonen. Sinds 2022 is de actieradius uitgebreid van vijf naar tien kilometer. Bovendien kan vandaag niet alleen de intrest, maar ook de afbetaling van de hypothecaire lening zelf afbetaald worden met het budget.