Weinig onderwerpen houden de mensen zo hard bezig als hun pensioen of – zoals het officieel heet – hun rustpensioen. Vanaf wanneer kan het, hoeveel zullen ze maandelijks ontvangen … zijn vragen die wel vaker gesteld worden. Er wordt veel minder stilgestaan bij hoe een en ander praktisch in zijn werk gaat en wat de plichten of taken van de werkgever zijn bij de naderende pensionering van een van de medewerkers. Tijd om ons oor te luisteren te leggen bij een expert ter zake: Bertel Cousaert, sociaal adviseur bij UNIZO.
Einde arbeidsovereenkomst
Wanneer je werknemer de wettelijke pensioenleeftijd nadert en aangeeft met pensioen te willen gaan, dan is het voor jou als werkgever belangrijk dat er een einde komt aan de arbeidsovereenkomst. De pensionering op zich betekent dus niet automatisch dat de arbeidsovereenkomst beëindigd wordt. Deze beëindiging gebeurt doorgaans in onderling overleg, waarbij werkgever en werknemer afspreken dat het einde van de arbeidsovereenkomst samenvalt met de aanvangsdatum van het pensioen.
Niet verplicht
Je werknemer is trouwens niet verplicht om met pensioen te gaan. Hij of zij kan – in onderling overleg met jou als werkgever – beslissen om nog even te blijven werken, al dan niet in een aangepast regime.
Wanneer je medeweker beslist zijn of haar pensioen nog even uit te stellen, wordt toch aangeraden om het pensioen alsnog aan te vragen, aangezien hij of zij vanaf de wettelijke pensioenleeftijd onbegrensd kan bijverdienen.
Wettelijke pensioenleeftijd
De term is al verschillende keren gevallen: de wettelijke pensioenleeftijd. Over welke leeftijd hebben we het dan? Nog tot eind dit jaar bereikt je werknemer de wettelijke pensioenleeftijd de maand volgend op de maand waarin hij of zij 65 wordt. Vanaf volgend jaar wordt dat 66 jaar en in 2030 volgt nog een tweede verhoging tot 67 jaar.
Wie voldoende lang gewerkt heeft en dus de nodige pensioenrechten opgebouwd heeft – in de meeste gevallen na 42 werkjaren – kan vanaf de leeftijd van 63 met pensioen gaan. Bij nog langere loopbanen van 43 of 44 jaar, kan het rustpensioen eventueel al aangevraagd worden op 62 of 61 jaar.
Wie doet wat wanneer?
Behalve het beëindigen van de arbeidsovereenkomst in onderling overleg, hoef je als werkgever eigenlijk niets te ondernemen. Je werknemer kan zelf de nodige stappen zetten via mypension.be of via de bevolkingsdienst van de eigen gemeente of stad. Wie geen toegang heeft tot mypension.be kan ook de Pensioenlijn bellen op het gratis nummer 1765.
Je werknemer kan de aanvraag in principe indienen tot de dag voor de gewenste ingangsdatum van het pensioen. Toch is het aan te raden om hier iets meer tijd voor te nemen – zo’n zestal maanden – zodat alle administratieve formaliteiten in orde gebracht kunnen worden.
Ongeveer één jaar voordat je werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt, zal de pensioendienst trouwens automatisch een onderzoek beginnen naar de opgebouwde pensioenrechten en de berekening opstarten. Vanaf dan ziet je medewerker in MyPension geen bedrag meer staan, maar krijgt hij of zij de melding dat een onderzoek opgestart is naar de pensioenrechten.
Goed om te weten
Vergeet als werkgever niet om het pensioenfonds of de verzekeraar bij wie je werknemer een aanvullend pensioen heeft opgebouwd, te laten weten dat je werknemer uit dienst gaat zodat ook de bijdragen stoppen.
Laat je werknemer weten dat het aanvullend pensioen automatisch zal worden uitbetaald.
Bij een eventuele hospitalisatieverzekering hangt het van het concrete contract af of de werknemer al dan niet kan blijven genieten van zijn of haar verzekering.