De bedrijfswagen blijft een populaire keuze voor veel werkgevers en werknemers in België. De groei van elektrisch rijden leidt echter ook tot nieuwe uitdagingen en vragen. Het gaat dan vooral om de terugbetaling van elektriciteit en het gebruik van laadpalen. Onlangs zijn er enkele belangrijke veranderingen doorgevoerd die van invloed kunnen zijn op zowel werkgevers als werknemers.
Een flexibeler standpunt over laadpalen
Tot voor kort was het zo dat als een werkgever een elektrische wagen ter beschikking stelde, hij de elektriciteit die de werknemer thuis gebruikte om de wagen op te laden enkel kon terugbetalen als hij ook een laadpaal bij de werknemer thuis liet installeren. Die laadpaal moest eigendom zijn van de werkgever. Dit standpunt zorgde voor beperkingen en extra administratieve lasten.
Vanaf dit jaar heeft de minister van Financiën een soepeler standpunt ingenomen. De werkgever hoeft de laadpaal nu niet langer zelf te voorzien. Dit maakt het voor werkgevers flexibeler en eenvoudiger om hun werknemers te ondersteunen in het elektrisch rijden zonder dat ze zelf in laadpalen moeten investeren.
Complexe elektriciteitsvergoeding
Hoewel de regels rond de laadpaal zijn versoepeld, blijft de vergoeding van de elektriciteit een uitdaging. De fiscus houdt nog steeds vast aan het principe dat de terugbetaling van de elektriciteit moet gebeuren op basis van de werkelijke kosten. Dit kan problematisch zijn, aangezien de elektriciteitsprijzen sterk kunnen variëren. Dit maakt het voor de werkgever lastig om exact te bepalen hoeveel de elektriciteit heeft gekost.
Een praktische oplossing is hierbij gebruik te maken van het gemiddelde tarief dat wordt gepubliceerd door instanties zoals de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) of de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG). Hoewel dit geen perfecte oplossing is, biedt het in ieder geval een houvast voor werkgevers om de kosten redelijkerwijs te vergoeden.
Geen wijziging in voordeel alle aard
Het is belangrijk op te merken dat deze wijzigingen geen invloed hebben op het voordeel alle aard voor de werknemer. De berekening hiervan blijft ongewijzigd en is gebaseerd op de cataloguswaarde van de wagen en de CO2-uitstoot. Voor elektrische wagens, waar de CO2-uitstoot nul is, blijft het voordeel alle aard dus beduidend lager in vergelijking met voertuigen met een verbrandingsmotor.
Conclusie: wat betekent dit voor jou?
Voor werkgevers die hun werknemers willen ondersteunen in het elektrisch rijden, bieden deze nieuwe regels meer flexibiliteit. Hoewel de administratieve last rond de terugbetaling van elektriciteit blijft bestaan, zijn er manieren om die zo eenvoudig mogelijk te maken.
Wil je als werkgever of werknemer meer weten over deze veranderingen en hoe ze jouw situatie kunnen beïnvloeden? Liantis staat klaar om je te helpen met advies en ondersteuning. Bezoek onze website of neem contact op met een van onze experts.
