Maar liefst 500.000 bedrijfswagens rijden er op de Belgische snelwegen — of liever: ze staan er stil. 65% van alle werknemers wil nochtans dat hun werkgever meer initiatief neemt om carpoolen of thuiswerken te stimuleren. Daarom werkt de overheid aan de fiscale aantrekkelijkheid van de alternatieven. We loodsen jou doorheen de mogelijkheden van het mobiliteitsbudget.
De harde feiten
De cijfers liegen er niet om. 46% van de bedrijven heeft werknemers die geregeld in de file staan, in Brussel loopt het zelfs op tot 75%. Ja, dat is driekwart van de werkkrachten die bumper aan bumper de minuten zien wegtikken. Vier op de tien bedrijven zijn daarentengen moeilijk bereikbaar met het openbaar vervoer en 20% heeft al eens de ideale kandidaat voor een job verloren omdat de werkplek te moeilijk te bereiken was.
Dat verander je niet van vandaag op morgen, zeker niet zolang een Audi met tankkaart ook een statussymbool is voor de werknemer. Maar het tij keert stilaan. De zwaardere bedrijfswagenbelasting van de regering-Di Rupo was een eerste stap, maar die heeft niet verhinderd dat 20% van de ondernemingen hun bedrijfswagenpark nog hebben uitgebreid. De volgende stap kwam er dit jaar: de mobiliteitsvergoeding en het mobiliteitsbudget.
Vergoeding of budget?
Hoezo, zijn die twee dan niet hetzelfde? Neen. De mobiliteitsvergoeding is beter bekend als ‘cash for car’: een werknemer levert de firmawagen in, in ruil voor geld dat ongeveer op dezelfde manier wordt belast als de auto zelf. Bij het mobiliteitsbudget draait het dan weer om vrije keuze. De werknemer krijgt een budget als deel van zijn loonpakket, dat hij mag uitgeven aan een heel gamma van vervoersoplossingen. Een bedrijfswagen kan dus, maar is niet noodzakelijk de geijkte keuze.
Bij het mobiliteitsbudget zijn er drie pijlers die je onderling kan combineren.
-
Je kiest een milieuvriendelijkere bedrijfswagen.
-
Je gaat voor duurzame vervoermiddelen zoals de fiets, het openbaar vervoer, autodelen of carpooling.
-
Je zet het restbedrag om in loon.
Een combinatie van een milieuvriendelijke bedrijfswagen met een deeltijds treinabonnement of een netto restbedrag op de rekening is dus perfect mogelijk. In tegenstelling tot het cash for car systeem kan hier het budget ook uitgereikt worden aan een werknemer die nog geen bedrijfswagen heeft (maar er wel voor in aanmerking kwam).
De kleine lettertjes
Het mobiliteitsbudget is dan wel wet geworden op 31 maart 2018, de wetteksten zijn nog niet allemaal rond. Met andere woorden: de kleine lettertjes zitten nog in de schemerzone. Toch al goed om te weten: zowel cash for car als het mobiliteitsbudget kunnen enkel bij bedrijven die al drie jaar firmawagens aanbieden én bij starters.
Bij cash for car is het geldbedrag 20% van 6/7de van de cataloguswaarde van de bedrijfswagen in nieuwe staat en 24% in geval van een tankkaart. Bij een mobiliteitsbudget wordt er gerekend op basis van de reële kost van de bedrijfswagen voor de werkgever (inclusief brandstof, verzekering, onderhoud en taksen). Wens je meer details over de fiscale aftrekbaarheid van beide systemen, vraag om advies aan je sociaal secretariaat of boekhouder.
Werknemers kunnen natuurlijk aan de oren van de baas gaan trekken, maar het initiatief om dit systeem in te voeren ligt uiteindelijk bij de werkgever. Het kan meteen voor de hele onderneming, maar je kunt ook opbouwen en starten met een bepaalde afdeling of een specifieke categorie werknemers.
Belangrijk detail: het systeem creëert geen rechten voor de werknemer. Als je bijvoorbeeld vindt dat een vertegenwoordiger bij potentiële klanten moet arriveren in een dure wagen, dan kan je aan die persoon een mobiliteitsbudget weigeren. Nog even wachten dus tot alle klanten het ook OK vinden dat een succesvolle zakenman in een tweedehands Prius arriveert.
Een betere mobiliteit voor je werknemers? We kunnen je raad geven!