“Ja, een preventieadviseur aanstellen is verplicht.” Dat bevestigt preventieadviseur arbeidsveiligheid en -hygiëne Roger Collier kort en bondig. Van zodra je je eerste medewerker in dienst neemt, ben je verplicht om een preventieadviseur aan te stellen. Maar wie dat moet zijn en wat je moet doen, hangt af van de grootte van je organisatie én de middelen die je hebt.
Wat doet een interne preventieadviseur?
“Een intern preventieadviseur, ofwel IPA, adviseert over het welzijnsbeleid en helpt werkgevers, leidinggevenden en medewerkers bij het toepassen van de welzijnswet. Concreet houdt een preventieadviseur zich bezig met risico’s analyseren en preventiemaatregelen ontwikkelen om die risico’s te voorkomen. En die risico’s spelen op verschillende vlakken. Van veiligheid en gezondheid over psychosociaal welzijn tot ergonomie en arbeidshygiëne,” vertelt Roger.
Elke organisatie, ongeacht de grootte, moet een preventieadviseur aanstellen. Dat is wettelijk verplicht. De preventieadviseur is een sleutelfiguur in het handhaven van veiligheids- en gezondheidsnormen binnen de organisatie. “Voor kleinere bedrijven met minder dan 20 werknemers is dit vaak de werkgever zelf. Vanaf 20 medewerkers moet iemand van de werknemers zelf die rol op zich nemen en mag dit bijvoorbeeld geen consultant of externe preventiedienst zijn.”
Preventieadviseur niveau 3 | Preventieadviseur niveau 2 | Preventieadviseur niveau 1 |
Minder dan 20 medewerkers? Dan mag een werkgever zelf optreden als interne preventieadviseur. Een opleiding is niet verplicht, maar wordt wel aangeraden om je basiskennis te versterken. | Voor bedrijven uit categorie B staat een preventieadviseur niveau 2 aan het hoofd van de interne dienst. De andere interne preventieadviseurs beschikken minstens over de basiskennis. | Een preventieadviseur niveau 1 staat aan het hoofd van de interne dienst in organisaties uit categorie A. Andere interne preventieadviseurs genieten minstens een opleiding niveau 2. |
Verschillende niveaus
Roger legt uit dat bedrijven ingedeeld worden in vier groepen: A, B, C of D. “Voor bedrijven in groep C en D volstaat de basiskennis, ook wel niveau 3 genoemd. Om aan te tonen dat je over voldoende basiskennis beschikt, is er de basisopleiding preventieadviseur niveau 3. Maar die is niet wettelijk verplicht. In bedrijven met meer risico’s en veel medewerkers is een aanvullende opleiding op niveau 2 (B-bedrijven) vereist en soms zelfs niveau 1 (A-bedrijven). En sowieso moet elke interne preventieadviseur zich continu bijscholen.”
Hoeveel kost een preventieadviseur?
Roger is ervan overtuigd dat een goede preventieadviseur niets kost en zelfs vooral opbrengt. Want als je in de juiste middelen investeert, kan je er maximaal rendement uithalen.
“Binnen preventie heb je verschillende niveaus. Het niveau hangt af van het aantal risico’s en het aantal medewerkers in je organisatie. De opleiding die een preventieadviseur moet volgen hangt ook hiervan af,” gaat Roger verder. “Hoe hoger het niveau, hoe intenser en ook duurder de opleiding is. Maar in alle gevallen zijn ook bijkomende opleidingen nodig door onze wetgeving die steeds in beweging is.”
- Preventieadviseurs niveau 3 genieten een basisopleiding. Ze mogen dan relatief eenvoudige handelingen uitvoeren, maar moeten voor bepaalde zaken wel beroep doen op de externe preventiedienst. Denk maar aan medische onderzoeken, periodieke bedrijfsbezoeken, anonieme psychologische bijstand, enzovoort. De externe dienst wordt betaald per medewerker in dienst. Het bedrag hangt af van de risico’s in de organisatie.
- Preventieadviseurs niveau 2 krijgen gedurende één jaar, één dag per week opleiding. Dit is sowieso duurder dan de basisopleiding niveau 3.
- Preventieadviseurs niveau 1 krijgen een nog intensere opleiding van een dag per week gedurende twee jaar lang.
Voor organisaties met een preventieadviseur van niveau 1 en 2 wordt er gewerkt met een bedrag per medewerker, uitgedrukt in preventie-eenheden. Hiermee kunnen werkgevers zelf kiezen waarop ze willen beroepen bij de externe preventiedienst. Naast een aantal vastgelegde verplichtingen, kunnen werkgevers zelf kiezen waaraan ze deze preventie-eenheden spenderen, denk bijvoorbeeld aan opleidingen of een asbestinventaris.
Er is natuurlijk ook een loonkost aan verbonden. Hoeveel tijd een preventieadviseur aan zijn/haar werk moet spenderen, ligt niet vast in de wet. Er is een minimum, maar geen maximum vastgelegd. Hoeveel uren er dus naar preventie gaan, is afhankelijk van de noden van je organisatie en kies je dus zelf.
Externe ondersteuning
“België telt zo’n tien erkende EDPBW’s, waaronder de externe preventiedienst van Liantis. Een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk ofwel EDPBW, helpt je met het bijhouden en implementeren van de wetgeving op het gebied van welzijn op het werk. Er zijn verschillende soorten externe preventieadviseurs die elk een eigen specialisatie hebben. Ze zijn een waardevolle aanvulling op interne preventieadviseurs, vooral in grotere organisaties. Externe preventiediensten bieden aanvullende ondersteuning en expertise, waardoor de interne preventieadviseur zich volledig kan focussen op specifieke taken en hierdoor dus zelf tijd bespaart,” zegt Roger.
“Veiligheid en welzijn op de werkvloer zijn van onschatbare waarde in elke organisatie. Preventieadviseurs spelen hierin een cruciale rol, ongeacht de grootte van het bedrijf. Het implementeren van deze rol is niet alleen een wettelijke verplichting, maar ook een investering in de gezondheid en tevredenheid van de medewerkers.”
Bekijk nu de video