Als je klant een transportbedrijf opricht, moet hij een vervoersvergunning aanvragen. In dit blogbericht lees je meer over de formaliteiten en voorwaarden van zo’n vervoersvergunning.
Een vervoersvergunning: wanneer is het verplicht?
Zodra iemand goederen voor een klant of opdrachtgever tegen betaling vervoert in zijn eigen, gehuurde of geleasede motorvoertuig, moet hij beschikken over een vervoersvergunning.
Belangrijk: De vervoersvergunning is verplicht van zodra het voertuig een nuttig laadvermogen heeft van meer dan 500kg OF de maximaal toegelaten massa (MTM) meer dan 2,5 ton bedraagt. Dit betekent dat bijvoorbeeld ook verhuisfirma’s over een vervoersvergunning moeten beschikken.
Tip: naast de aanvraag van een vervoersvergunning, is het ook belangrijk om de juiste verzekeringen te voorzien. Risk solutions helpt je in te dekken tegen risico's, zodat jij je kan focussen op wat telt.
Moet een koeriersbedrijf ook een vergunning hebben?
In principe moeten deze bedrijven een vervoersvergunning hebben, tenzij het netto laadvermogen van hun voertuig of aanhangwagen minder dan 500 kilogram EN de MTM minder dan 2,5 ton bedraagt. Het laadvermogen is het maximale gewicht (lading) dat het voertuig mag vervoeren. De maximaal toegelaten massa (MTM) is het maximaal toegelaten gewicht dat een voertuig mag wegen en wordt bepaald door de fabrikant. Beide gewichten staan op het kentekenbewijs van een voertuig.
Helaas vallen heel wat bestelwagens niet onder beide voorwaarden, dus zal een vervoersvergunning aan de orde zijn.
Ook wanneer je in onderaanneming werkt voor een groot koeriersbedrijf, heb je een eigen vervoersvergunning nodig. Je bent immers zelfstandige met een eigen onderneming, dus jij bent verantwoordelijk dat je in orde bent met de nodige vergunningen.
Wie heeft er geen vervoersvergunning nodig ?
Sommige bedrijven moeten uitzonderlijk geen vervoersvergunning hebben. Het gaat om ondernemingen die:
- enkel hun eigen goederen vervoeren voor eigen rekening met eigen voertuigen en personeel, en dit als aanvulling op hun hoofdactiviteit (vb. een meubelwinkel die de verkochte meubels ook aan huis levert);
- geen goederen vervoeren op de openbare weg;
- bagage vervoeren met een personenwagen of aanhangwagen die aan dit voertuig gekoppeld is;
- beschadigde of onklare voertuigen vervoeren, zoals takeldiensten;
- met strooiwagens zout strooien tijdens de winter;
- folders en kranten verdelen;
- geld of andere waardevolle zaken vervoeren met speciaal ontworpen voertuigen;
- vervoer voor begrafenissen regelen;
- geneesmiddelen, medische apparaten en uitrusting vervoeren, net als alle artikelen die nodig zijn voor eerstehulpverlening bij natuurrampen.
→ Ontdek alle vergunningen voor je onderneming.
Een vervoersvergunning aanvragen: hoe verloopt het proces?
Je klant start zijn transportbedrijf op en heeft dus een vervoersvergunning nodig. Hiervoor moet hij een dossier indienen bij de FOD Mobiliteit waarin hij aantoont dat hij aan alle voorwaarden voldoet rond vestiging, betrouwbaarheid, vakbekwaamheid en financiële draagkracht.
TIP : neem contact op met TLV voor nuttige informatie over do's en dont's in de sector.
Vestiging
De vestiging moet in België liggen. Vanuit deze hoofdzetel moet de bestuurder de vervoersactiviteit administratief leiden en beheren. Hij moet hier ook alle administratieve documenten bewaren.
Betrouwbaarheid
Als je belast bent met de vervoerswerkzaamheden, dan moet je aantonen dat je geen ernstige of herhaaldelijke veroordelingen hebt opgelopen. Hiervoor moet je dus een uittreksel uit het strafregister kunnen voorleggen.
Ook de personen belast met het dagelijks bestuur en de onderneming zelf moeten aantonen dat zij geen strafrechtelijke veroordelingen, een beroepsverbod hebben opgelopen of inbreuken op de vervoerswetgeving hebben gepleegd. Ook zij moeten een uittreksel uit het strafregister voorleggen, alsook een uittreksel uit het elektronisch register van wegvervoersondernemingen. Wanneer je de aanvraag via Liantis ondernemingsloket laat afhandelen, moet je steeds de originele uittreksels bezorgen.
Vakbekwaamheid
Om de vervoersvergunning te kunnen aanvragen, moet minstens één natuurlijk persoon de vervoerswerkzaamheden in de onderneming daadwerkelijk en permanent leiden. Deze vervoersmanager moet dan ook in het bezit zijn van het ’getuigschrift van vakbekwaamheid voor nationaal en internationaal vervoer' bij de aanvraag van de vergunning.
Beschikt je kandidaat-vervoerder nog niet over zo’n attest, dan kan hij hiervoor een examen afleggen. Het Instituut Wegtransport & Logistiek België (ITLB) organiseert cursussen waarop de kandidaat zich kan voorbereiden alsook de examens én reikt het getuigschrift van vakbekwaamheid uit wanneer je klant geslaagd is.
Wanneer de kandidaat-wegvervoerder of de zaakvoerder van de onderneming niet zelf het getuigschrift van vakbekwaamheid kan voorleggen, dan kan hij steeds een vervoersmanager via een lastgevingsovereenkomst aanstellen.
Financiële draagkracht
Je klant moet aantonen dat hij over een solidaire borgstelling van 9.000 euro beschikt voor het eerste motorvoertuig. Voor elk bijkomend motorvoertuig moet je klant dan 5.000 euro extra garanderen.
De borg kan geregeld worden via je kredietinstelling of via je verzekeringsmaatschappij. Eventueel kan de kandidaat-vervoerder het bedrag ook in geld bij de Deposito- en Consignatiekas plaatsen. Meer informatie en de formulieren hiervoor vind je op de site van FOD Financiën.