Share

Later lezen?

Strengere voorwaarden voor personen ten laste van 65 jaar of ouder

Sinds aanslagjaar 2006 is er een fiscale stimulans voor belastingplichtigen die een ‘bejaarde verwant’ in hun gezin opvangen. Enerzijds werd op dat moment de toeslag op de belastingvrije som voor de belastingplichtige die een ‘bejaarde verwant’ in het gezin opneemt, opgetrokken. Anderzijds werd (een deel van) het pensioen van de persoon ten laste niet meegerekend bij het nettobedrag van de bestaansmiddelen.

Vanaf aanslagjaar 2022 zijn de voorwaarden strenger geworden wanneer je een bejaarde ouder, broer of zus ten laste neemt. De verwerking van de nieuwe, strengere regeling zal pas te zien zijn in de berekening van de bedrijfsvoorheffing vanaf 1 januari 2022 (aanslagjaar 2023). We zetten hier alvast alle nieuwigheden op een rij.

Voorwaarden

Belastingplichtigen die ascendenten (ouders, grootouders ...) en/of zijverwanten tot en met de tweede graad (broers en zussen) die 65 jaar of ouder zijn in hun gezin opnemen, hebben recht op een ‘verhoogde’ toeslag op de belastingvrije som. Als het gaat om een ascendent of zijverwant met een handicap ten laste, telt deze toeslag dubbel.

De ascendenten en zijverwanten tot de tweede graad moeten voldoen aan de volgende voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd:

  • Ze moeten deel uitmaken van het gezin van de belastingplichtige op 1 januari van het aanslagjaar. Concreet wil dit zeggen dat deze persoon werkelijk en permanent met de belastingplichtige (dit is de persoon die aan het hoofd van het gezin staat) samenwoont. Ook wanneer een kind inwoont bij de ouders, kan dat kind de ouders ten laste nemen op voorwaarde dat aan alle voorwaarden wordt voldaan. Dit moet geval per geval worden beoordeeld aan de hand van de feitelijke gegevens.

  • Voor de berekening van het nettobedrag van de bestaansmiddelen wordt geen rekening gehouden met pensioenen, renten en als zodanig geldende toelagen tot beloop van bruto 27.430 euro voor aanslagjaar 2022 en 28.100 euro voor aanslagjaar 2023 per jaar en per ascendent of zijverwant die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt.

  • De personen ten laste moeten de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt op 1 januari van het aanslagjaar of zouden deze leeftijd hebben bereikt mocht deze persoon in de loop van het belastbare tijdperk overleden zijn en reeds voor het vorige aanslagjaar ten laste was. Vanaf aanslagjaar 2026 wordt deze leeftijd verhoogd naar 66 jaar, en vanaf aanslagjaar 2031 naar 67 jaar.

 

Nieuwe regeling vanaf aanslagjaar 2022

Vanaf aanslagjaar 2022 wordt de toeslag op de belastingvrije som verhoogd. Wel zal deze enkel nog voorbehouden zijn aan mantelzorgers. Mantelzorgers zijn belastingplichtigen die een (groot)ouder, broer of zus ten laste hebben die een zekere leeftijd hebben bereikt (minimum 65 jaar) en bovendien zorgbehoevend zijn.

Om te bepalen of iemand al dan niet zorgbehoevend is, wordt rekening gehouden met de graad van zelfredzaamheid. Die zelfredzaamheid moet worden vastgesteld volgens de evaluatiemethode die wordt gehanteerd voor de integratietegemoetkoming. Er is een verminderde zelfredzaamheid van ten minste 9 punten vereist. De zorgbehoevendheid wordt vastgesteld door de Directie-generaal Personen met een handicap van de FOD Sociale Zekerheid, Medex of de adviserend geneesheer bij het ziekenfonds of een gelijkwaardige instelling of persoon uit een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte.

Omdat de belastingvrije som vanaf aanslagjaar 2022 enkel nog kan worden toegekend aan belastingplichtigen die een ouder, broer of zus ten laste hebben die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt en bovendien zorgbehoevend is, wordt het bedrag van de toeslag verhoogd van 3.290 euro naar 4.940 euro voor aanslagjaar 2022 en van 3.370 euro naar 5.060 euro voor aanslagjaar 2023. Het verhoogde bedrag wordt echter niet meer verdubbeld wanneer het om een persoon ten laste met een ‘zware handicap’ gaat.

Overgangsregeling tot en met aanslagjaar 2025

Die bijkomende voorwaarde met betrekking tot de zorgbehoevendheid is van toepassing vanaf aanslagjaar 2022. Er wordt een overgangsregeling voorzien voor belastingplichtigen die voor het aanslagjaar 2021 een (groot)ouder, broer of zus ten laste hadden die op 1 januari 2021 de leeftijd van 65 jaar had bereikt. Voor hen blijft de bestaande regeling behouden tot en met aanslagjaar 2025 (namelijk een belastingvrije som van 3.290 euro voor aanslagjaar 2022 en van 3.370 euro voor aanslagjaar 2023 die wordt verdubbeld in het geval dat de persoon ten laste gehandicapt is), tenzij de nieuwe regeling voordeliger is.

Voor belastingplichtigen die bijvoorbeeld een ouder ten laste hebben die zorgbehoevend is geworden door een ongeval of ziekte die hem of haar pas na de leeftijd van 65 is overkomen, zal de toeslag die op basis van de nieuwe regeling hoger zijn dan de toeslag die op basis van de overgangsbepaling kan worden verleend. Als de persoon ten laste al zorgbehoevend of gehandicapt is geworden vóór de leeftijd van 65 jaar, dan zal de toepassing van de overgangsregeling (tot aanslagjaar 2025) voordeliger zijn.

Vanaf aanslagjaar 2022 kunnen (groot)ouders, broers of zussen die ten laste zijn, maar niet zorgbehoevend zijn, (afgezien van de overgangsregeling) enkel nog in aanmerking komen voor de toeslag op de belastingvrije som voor ‘andere’ personen ten laste (1.650 euro voor aanslagjaar 2022 en 1.690 euro voor aanslagjaar 2023). Voorwaarde blijft wel dat de grens van de nettobestaansmiddelen niet mag overschreden worden (maximum 3.410 euro voor aanslagjaar 2022 en 3.490 euro voor aanslagjaar 2023). Bij het beoordelen van die grens moeten zowel de pensioenen als bestaansmiddelen in aanmerking genomen worden. Hierdoor zal de grens van de toegelaten bestaansmiddelen meestal overschreden zijn en zal er geen recht meer zijn op de toeslag op de belastingvrije som.

Aanpassing tarief bedrijfsvoorheffing vanaf inkomstenjaar 2022

Hoewel de nieuwe regeling voor de berekening van de personenbelasting al sinds 1 januari 2021 (aanslagjaar 2022) van kracht is, werd de vermindering van de bedrijfsvoorheffing pas vanaf 1 januari 2022 aangepast. Voor 2021 bedroeg het jaarbedrag van de vermindering van de bedrijfsvoorheffing voor de belastingplichtige met een persoon ten laste van minstens 65 jaar 972 euro of 81 euro per maand. Een persoon met een handicap ten laste wordt dubbel meegerekend. In dat geval bedroeg de vermindering 1.944 euro per jaar of 162 euro per jaar.

In het koninklijk besluit van 9 december 2021 wordt het bedrag van de verminderingen in het kader van de bedrijfsvoorheffing voor personen ten laste die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt, vanaf 1 januari 2022 aangepast:

  1. De vermindering voor een persoon ten laste die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt en bovendien zorgbehoevend is, stijgt van 81 euro per maand naar 129 euro per maand (of 1548 euro per jaar). De dubbeltelling voor personen ten laste met een handicap, vervalt in deze nieuwe regeling.

  2. De vermindering voor een persoon ten laste die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt en niet zorgbehoevend is (overgangsregeling tot en met aanslagjaar 2025), stijgt van 81 euro per maand naar 84 euro per maand (of 1.008 euro per jaar). De dubbeltelling voor personen ten laste met een handicap is hier wel nog van toepassing (168 per maand of 2.016 euro per jaar). In dit geval is de overgangsregeling fiscaal voordeliger dan de nieuwe regeling.

  3. De vermindering voor een persoon ten laste die de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt en niet zorgbehoevend is (overgangsregeling is niet van toepassing), daalt van 81 euro per maand naar 39 euro per maand (of 468 euro per jaar). De dubbeltelling voor personen ten laste met een handicap, is hier wel nog van toepassing (78 euro per maand of 936 euro per jaar).
Door Pieter Debbaut
04 februari 2022

Later lezen?

Interesse in dit artikel maar nu even geen tijd?

Laat hieronder je e-mailadres achter en we sturen je een handige link naar het artikel.

We sturen je enkel de link, geen spam.