Share
Autofiscaliteit

Later lezen?

Het voordeel alle aard: een voordeel met een angeltje

Een auto die een bedrijf aan zijn bedrijfsleider of medewerker ter beschikking stelt, wordt door de fiscus beschouwd als een voordeel alle aard (VAA) en dus als een beroepsinkomst. Daarom dien je er belastingen op te betalen in de personenbelasting. Wij leggen uit hoe je de VAA op een personenwagen berekent.  

Referteperiode van sociale verkiezingen

Wanneer een vennootschap bepaalde goederen of diensten gratis ter beschikking stelt van zijn bedrijfsleider of medewerkers, zodat deze ze privé kan gebruiken, spreken we van een ‘voordeel alle aard’ of VAA. “Dat kan een auto zijn, maar evengoed een smartphone, een internetabonnement, een lening of zelfs een woning”, zegt Liantis-fiscalist Pieter Debbaut. “De fiscus beschouwt dit eigenlijk als een soort loon. Wie van dit “voordeel” geniet, wordt er dan ook op belast in zijn personenbelasting.”  

Complexe formule 

Het komt er voor de fiscus dus op aan om te berekenen hoe groot dit voordeel is en welk bedrag daartegenover staat. Net zoals bij het berekenen van de aftrekpercentages van de autokosten, geldt de CO2-uitstoot van de wagen als maatstaf. “De formule daarvoor zit een beetje gecompliceerd in elkaar”, legt Debbaut uit. “Je neemt de cataloguswaarde van de auto x 6/7 x een percentage CO2-uitstoot. Dat percentage CO2-uitstoot bereken je dan weer via deze formule: (CO2-uitstoot – 67 (voor diesel) of 82 (benzine) x 0,1 + 5,5).”

Voorbeeld:

Laten we bijvoorbeeld een benzineauto nemen met een cataloguswaarde van 40.000 euro die 100 gram CO2 per kilometer uitstoot. We berekenen eerst het percentage dat aan die CO2-uitstoot gelinkt is. Dat wordt: 100 - 82 x 0,1 + 5,5 = 7,3%. Het VVA bedraagt dan 40.000 x 6/7 x 7,3% = 2.502,86 euro.  

“Sinds 2023 mag van die CO2-uitstoot 67 en 82 worden afgetrokken voor respectievelijk een diesel- en benzineauto”, zegt Debbaut. “Vorig jaar was dat nog 75 voor een diesel en 91 voor een benzine. Er bestaan trouwens ook minima en maxima voor het uitstootpercentage. Dat mag nooit hoger zijn dan 18% en nooit lager dan 4%. Ook voor het VAA zelf is er trouwens een minimum bepaald, dat ligt op 1.540 euro per jaar. Misschien ook nog even meegeven dat die ‘catalogusprijs’ de officiële marktprijs van de auto is, inclusief alle opties, en dat eventuele kortingen van je garagist niet meetellen.’  

Oudere auto?

De formule die we hierboven hanteerden, geldt trouwens expliciet voor een nieuwe wagen. De fiscus houdt ook rekening met de waardevermindering van de auto naarmate die ouder wordt. “Om die waardevermindering mee te nemen in de berekening, kijkt de fiscus naar de datum van eerste inschrijving”, zegt Debbaut. “Naarmate die periode langer in het verleden ligt, mag je de cataloguswaarde van de auto nog eens vermenigvuldigen met een bepaald percentage. Tot 12 maanden na de eerste inschrijving, betaal je de volle pot of 100%. Vanaf het tweede jaar is dat 94%, vanaf het derde jaar 88% en vanaf het vierde 82%. Het vijfde jaar tikt het percentage af op 76% en vanaf het zesde jaar blijft het hangen op 70%.” 

Voorbeeld:

Gaan we even terug naar de auto uit ons eerdere voorbeeld. Het VVA voor een nieuw exemplaar bedroeg daar 2.502,86 euro. Is die wagen vier jaar oud, dan is de formule: (40.000 x 82%) x 6/7 x 7,3%. Het VAA tikt dan af op welgeteld 2.052,34 euro.


Tankkaart

Veel bedrijven stellen samen met de bedrijfsauto meteen ook een tankkaart ter beschikking. Daarvoor berekent de fiscus geen bijkomend voordeel. Anderzijds geldt er ook geen vermindering van het VAA als er geen tankkaart in het pakket zit, maar enkel een auto.  

 Wat nu wanneer je wél een tankkaart maar géén auto ‘krijgt’? “Ook dan gaat de fiscus ervan uit dat er een VAA is, maar wel enkel op de privé-verplaatsingen. Zoals we eerder al stelden, zijn er drie verschillende berekeningsmanieren om private verplaatsingen te onderscheiden van beroepsmatige verplaatsingen. Datzelfde percentage pas je dan toe op het getankte bedrag.”

Vennootschapsbelasting niet vergeten, aub

Tot slot: het VAA is ook deels belastbaar in de vennootschapsbelasting, onder de zogenaamde verworpen uitgaven. Debbaut: “Verworpen uitgaven zijn fiscaal niet-aftrekbare kosten, die het belastbaar resultaat verhogen en dus onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting. Aan die post moet je een bedrag toevoegen dat gelijk is aan 17% van het VAA van de betrokken auto. Neemt de vennootschap ook (deels of helemaal) de brandstofkosten op zich, dan stijgt dat percentage tot 40%.”

Door Pieter Debbaut
23 mei 2023

Later lezen?

Interesse in dit artikel maar nu even geen tijd?

Laat hieronder je e-mailadres achter en we sturen je een handige link naar het artikel.

We sturen je enkel de link, geen spam.