Samen met het wagenpark zelf zijn ook de bepalingen rond autofiscaliteit sterk aan het veranderen. Met welke nieuwe fiscale regels moet je vandaag rekening houden bij de keuze van een bedrijfswagen?
Dat de autofiscaliteit sterk veranderd is de laatste jaren – en nog sterk zal veranderen – heeft een eenvoudige reden: de overheid wil via de belastingen de vergroening van het wagenpark stimuleren en zo de CO2-uitstoot van het autoverkeer inperken. De stelregel is dan ook dat hoe meer uitstoot een auto produceert, hoe lager de fiscale aftrek ligt.
Die regel wordt ook stelselmatig strenger, zodat over enkele jaren auto’s met een verbrandingsmotor (inclusief hybrides) gewoonweg niét meer fiscaal aftrekbaar zullen zijn. Dat voorrecht is dan enkel nog weggelegd voor elektrische wagens (of wagens op waterstof, al zijn die momenteel nog op de vingers van één hand te tellen).
Overgangsregeling vanaf 1 juli 2023
Welke agenda heeft de overheid uitgedokterd? Schaf je voor 1 juli van dit jaar nog snel een bedrijfswagen aan, dan blijft de huidige fiscale regeling gelden en wordt de aftrekbaarheid van het voertuig berekend aan de hand van de CO2-uitstoot. Die ligt, voor het gros van de benzine- en dieselwagens, vandaag tussen de 50 à 65%.
Koop je een wagen met verbrandingsmotor tussen 1 juli 2023 en 31 december 2025, dan zit je in een soort overgangsregeling, want hun aftrekbaarheid zal elk jaar een beetje kleiner worden. Vanaf 1 januari 2025 ligt de maximale aftrekbaarheid nog op 75%, een jaar later nog maar op 50% en vanaf 1 januari 2027 zelfs maar op 25%. Vanaf 1 januari 2028 zijn ze niét meer fiscaal aftrekbaar. Let wel: dit soort wagens zullen allicht nog gewoon te koop zijn, maar de aankoop zal fiscaal dus wel een stuk minder interessant worden.
Brandstofkosten versus stroomkosten
In deze overgangsregeling zit trouwens nog een bijkomende beperking ingebouwd, specifiek voor hybride wagens. De aftrekbaarheid van hun brandstofkosten wordt tussen 2023 en eind 2025 tot maximaal 50% gelimiteerd. De stroomkosten daarentegen blijven wél nog volledig aftrekbaar. Opnieuw een maatregel van de overheid om mensen zoveel mogelijk richting elektrische wagens te sturen. Vanaf 2026 valt deze maatregel weer weg omdat dan de fiscale aftrekbaarheid van beroepskosten voor niet-elektrische bedrijfswagens sowieso tot 50% beperkt wordt en zelfs verder stelselmatig wordt afgebouwd.
1 januari 2026: de nieuwe realiteit
Vanaf 1 januari 2026 komen we dan in een nieuwe realiteit terecht. Nieuwe auto’s die ook maar één druppel fossiele brandstof verbruiken, zullen niet meer fiscaal aftrekbaar zijn. De verwachting is dat vanaf dan bedrijven en zelfstandigen massaal op elektrische voertuigen zullen overstappen, als ze dat trouwens al niet gedaan hebben. Stekkerauto’s zullen dan immers de enige modellen zijn die nog volledig fiscaal ingebracht mogen worden.
Uiteraard zal ook de fiscus dat in zijn portemonnee gewaar worden en, je voelt het al aankomen, die volledige fiscale aftrekbaarheid is dan ook geen lang leven beschoren. Vanaf 1 januari 2027 daalt de aftrekbaarheid immers alweer, al gaat dat de eerste jaren wel vrij traag. Zo mag een elektrisch voertuig vanaf dan nog voor 95% ingebracht worden, een jaar later zakt dat naar 90%, dan naar 82,5% en 75%. Vanaf 2031 is de aftrekbaarheid vastgelegd op 67,5%.
Exit beroepskosten niet-elektrische auto’s
We hebben hierboven al even het wegvallen van de beroepskosten in 2026 aangehaald, voor mensen die nog niet elektrisch rijden. Dat betekent bijvoorbeeld ook dat forfaitaire aftrek voor woon-werkverkeer van 15 eurocent per kilometer vanaf dan enkel nog voor elektrische auto’s geldt. Er is wel een uitzondering voor wagens gekocht voor 1 juli 2023. Voor auto’s die werden aangeschaft voor 1 januari 2026 is er opnieuw een uitdoofregeling, met een tijdelijk beperkte aftrek van 50% in 2026 en 25% in 2027.
Belastingvermindering laadpalen
Wie met een elektrische wagen rijdt, moet die geregeld ook opladen aan een laadpaal en ook wat dat die laadpalen betreft, zijn er enkele fiscale bijzonderheden die je moet weten. Ook hier is de fiscaliteit immers een hefboom voor de overheid om het aantal laadinstallaties te laten groeien.
Wie bijvoorbeeld als particulier thuis een laadpaal installeert, mag rekenen op een belastingvermindering van 30% in 2023 en 15% volgend jaar, met een maximum van 1.800 euro. Aan deze maatregel zijn wel twee voorwaarden verbonden: vooreerst moet de laadpaal voorzien in ‘groene’ elektriciteit en bovendien moet hij ‘intelligent’ zijn. Dat wil zeggen dat de paal bijvoorbeeld automatisch kan laden zodra er veel zonne-energie beschikbaar is.
Publieke laadpunten bij bedrijven
Ook ondernemingen worden gesteund wanneer ze laadpalen op hun parkings installeren, maar enkel wanneer deze palen ook toegankelijk zijn voor het grote publiek. Of die toegankelijkheid binnen of buiten de normale openingstijden van het bedrijf valt, speelt wel geen rol. Daarnaast moeten ook hier ‘slimme’ palen geïnstalleerd worden. Bedrijven die aan deze twee voorwaarden voldoen, mogen tot 31 augustus 2024 rekenen op een verhoogde investeringsaftrek van 150%.