Een eigen zaak! Het is voor veel mensen een droom. Jammer genoeg blijft het dat vaak ook. Je hebt geen duidelijk plan, je hebt net een huis gekocht, je weet niet bij wie je terechtkan: er is altijd wel een reden om het niet te doen. Een andere vaak aangehaalde reden is dat je geen startkapitaal hebt. Maar wat als wij jou vertelden dat een dikke bankrekening niet per se nodig is?
Een zaak beginnen is natuurlijk niet gratis. Je moet rekening houden met een aantal formaliteiten. Zo moet je je via het ondernemingsloket inschrijven bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) en indien nodig, je ondernemingsnummer bij de btw activeren. Bovendien betaal je elk kwartaal sociale bijdragen en afhankelijk van je activiteit heb je misschien ook vergunningen nodig.
Het is niet altijd eenvoudig om je een duidelijk beeld te vormen van welke betalingen je te wachten staan. Daarom zetten we de belangrijkste opstartkosten hier even op een rijtje.
Inschrijving KBO | 90,50 euro | geen btw |
Btw-activatie | 58 euro | +21% btw |
Aanvragen van vergunningen | hangt af van de vergunning |
Zodra de ‘basiskosten’ gecoverd zijn, kan je van start gaan. Is je bankrekening op dit punt al flink geplunderd? Dan zijn er wel een aantal zaken die je kan doen om je opstart zo goedkoop mogelijk te houden.
Je kan starten als zelfstandige in bijberoep als je al voldoende sociale zekerheid opbouwt binnen een ander statuut, bijvoorbeeld als loontrekkende. Het voordeel van het statuut van zelfstandige in bijberoep is dat je de zekerheid van je hoofdberoep behoudt. Zo zijn je sociale rechten als loontrekkende geregeld door je werkgever en kan je blijven rekenen op je vaste maandloon.
Een ander voordeel is dat je voorlopige sociale bijdrage als startende zelfstandige in bijberoep een pak lager ligt dan die van een starter in hoofdberoep. De eerste drie jaar van je zelfstandige activiteit betaal je een voorlopige bijdrage van slechts 82,76 euro per kwartaal, berekend op een netto belastbaar inkomen van 1.553,58 euro. Deze voorlopige bijdrage wordt na twee à drie jaar herzien op basis van je werkelijk netto belastbaar inkomen als zelfstandige. Dit resulteert in je definitieve bijdrage, die standaard 20,5% van je netto belastbaar inkomen bedraagt.
Vanaf je vierde volledige jaar als zelfstandige wordt je voorlopige bijdrage berekend op het beroepsinkomen van drie jaar voordien. Ook hier geldt dat de voorlopige bijdragen jaar na jaar herzien worden in functie van je inkomen van het jaar zelf.
Je hebt vast al gehoord dat je als zelfstandige beroepskosten mag inbrengen. Dat klopt, maar ga daar niet meteen te ver in. Kies niet de grootste bedrijfswagen of het hipste coworkingkantoor. Misschien is het wel mogelijk om je activiteit gewoon van thuis uit te doen. Heb je zwaar materieel nodig, dan kan je dat in het begin eventueel huren. Kortom, probeer je grote kosten nog wat te beperken. Dat geeft je financiële ademruimte terwijl jouw zaak op stoom komt. Zodra je inkomsten stijgen, kan je beginnen te denken aan investeren in materiaal zoals computers, machines, voertuigen …
Hou die uitgaven zeker goed bij. Beroepskosten houden je belastbaar inkomen laag en dat betekent dat je minder belasting en sociale bijdragen moet betalen. Let wel, niet alle kosten zijn aftrekbaar. Je kan dus niet zomaar elk etentje of cadeautje ingeven als beroepskost. Hoe weet je of je kosten aftrekbaar zijn? Hou deze voorwaarden in je achterhoofd:
Als zelfstandige in bijberoep kan je trouwens ook kosten inbrengen. Daarvoor gelden dezelfde regels als voor hoofdberoepers.
Tip! Kosten van vóór je opstart tellen ook mee. Start je dus binnenkort op, hou dan nu al aankoopbewijzen bij van kosten die je kan aftrekken.
Kan je geen groot kapitaal investeren bij de opstart van je zaak? Kies dan voor een ondernemingsvorm waarbij dat niet nodig is. Bij een eenmanszaak is een startkapitaal bijvoorbeeld geen vereiste.
Zie je het groter of ga je niet alleen ondernemen, dan richt je beter een vennootschap op. Maar ook in dat geval volstaat soms een beperkte inbreng. Er zijn vier basisvennootschapsvormen:
Voor een NV moet je sowieso het stevige bedrag van 61.500 euro kunnen inbrengen. Voor de BV en de CV daarentegen volstaat het dat de aandeelhouders bij oprichting een voldoende groot vermogen inbrengen, zodat de BV of CV minstens de volgende drie jaren operationeel kan blijven. Afhankelijk van het soort activiteit dat je met je BV of CV wil uitoefenen, kan dat ‘voldoende groot vermogen’ dus groot of klein zijn. Ook voor de maatschap moet er een inbreng gebeuren, maar je hoeft niet aan te tonen dat je ingebracht vermogen voldoende groot is om de eerste drie jaar te kunnen overbruggen.
Pas wel op, want er kunnen nog andere vereisten zijn die kosten met zich meebrengen. De oprichting van sommige vennootschappen (BV, NV en CV) kan bijvoorbeeld enkel via notariële akte, waarbij je dan ook nog een gedetailleerd financieel plan moet voorleggen.
Heb je toch liever een financiële buffer voor je van start gaat? Of kan je echt niet starten zonder een aantal belangrijke aankopen of investeringen te doen? Je kan je bankrekening op een aantal manieren een injectie geven.
Zowel in Vlaanderen, Wallonië, Brussel als op federaal niveau kan je als startende zelfstandige rekenen op premies en ondersteuning. Er zijn premies en ondersteuningsmaatregelen voor werkzoekenden die een startersdroom hebben, voor bijberoepers die naar hoofdberoep willen omschakelen, voor niet meer zo jonge starters … Je kan ook verschillende soorten voordelige leningen of microkredieten aangaan. Jij en je bankrekening staan er dus zeker niet alleen voor.
Uiteraard kan je ook gewoon bij je bank langsgaan om een lening aan te vragen. Zorg er dan voor dat je goed voorbereid bent en stel een grondig financieel plan op. Dat geeft je niet alleen een duidelijk zicht op de financiële toekomst van je zaak. Een waterdicht financieel plan zorgt er ook voor dat jouw bank vertrouwen krijgt in je ondernemersplannen.
Een financieel plan bestaat uit vier onderdelen:
Zo’n financieel plan opmaken is dus geen klein werk. Wees vooral realistisch en ga uit van harde cijfers. Zo kom je later niet voor verrassingen te staan en ziet je bank ook dat je de opstart van je zaak heel serieus neemt.
Ondertussen ben je al een pak wijzer geworden en sta je al met één voet in het ondernemerschap. Om af te sluiten geven we je nog deze twee cruciale tips mee.
Dit lijkt voor de hand liggend, maar er zijn toch ondernemers die zelf hun boekhouding proberen te doen. Nochtans is een accountant onmisbaar om je zaak financieel gezond te houden. Het is echt een vertrouwenspersoon die jouw bedrijf met het juiste advies net dat duwtje in de rug kan geven.
Voor de diensten van een accountant moet je natuurlijk betalen. De prijs hangt af van verschillende factoren: jouw activiteit, hoofd- of bijberoep, eenmanszaak of vennootschap … Je kiest er ook zelf voor hoe intensief je wil worden begeleid. Het goede nieuws is dat boekhoudkosten volledig fiscaal aftrekbaar zijn als beroepskosten.
Er wordt weleens lacherig gedaan over netwerken, maar het kan je heel wat opleveren. Hoe groter je netwerk, hoe meer mensen jou beginnen te kennen. En die mensen worden misschien wel klant of een waardevolle partner. Op een netwerkevent kom je altijd wel iemand tegen die interessant kan zijn voor je zaak of die jou kan inspireren. En al wat je moet doen, is wat tijd investeren en fijne gesprekken voeren.