Als je kiest voor een vennootschap, moet je ook nog de vennootschapsvorm kiezen. Iedere vrije beroeper, dus ook als architect, kan een vennootschap oprichten. Het eigen reglement van de Orde laat de keuze van rechtsvorm vrij.
Een BVBA is één van de meest gekende vennootschapsvormen. Er zijn 2 zaken kenmerkend: het ‘besloten’ karakter en de ‘beperkte aansprakelijkheid’. Dit ‘besloten’ karakter wil zeggen dat de overdracht van aandelen (verkoop, schenking, vererving...) aan strikte regels gebonden is. Aandelen staan immers op naam, met als doel het familiale aspect te waarborgen. Een beperkte aansprakelijkheid duidt op de aansprakelijkheid die beperkt is tot het kapitaal dat je hebt ingebracht. Verder is het minimumkapitaal voor een BVBA 18.550 EUR, waarvan 1/5 in geld, met een minimum van 6.200 EUR, vol te storten is.
Iedere handelaar, zelfstandig ondernemer of beoefenaar van een vrij beroep kan ook op zichzelf een BVBA oprichten. Dit heet dan een eenpersoons-BVBA of EBVBA. De regels die gelden voor een gewone BVBA zijn ook van toepassing voor een EBVBA. Het vol te storten minimumkapitaal ligt wel hoger, namelijk op 12.400 EUR.
Voordelen | Nadelen |
|
|
Als je voor een vennootschap kiest, ben je verplicht de statuten ter goedkeuring aan de Orde voor te leggen. De statuten zullen getoetst worden aan de deontologische regels, want zij moeten uitdrukkelijk de naleving van het reglement van beroepsplichten te waarborgen en mogen geen bepalingen bevatten die strijdig zijn met de deontologie. Ook al heb je een vennootschap, toch blijf je als architect met je privévermogen volledig aansprakelijk voor beroepsfouten. Met de creatie van de “architect-rechtspersoon” werd hier een oplossing aangeboden.
Deze vennootschappen hebben zelf de hoedanigheid van architect en zijn als lid van de Orde ook opgenomen op één van de tabellen van de Orde van Architecten. Daarom zijn ze gerechtigd als vennootschap, het beroep van architect uit te oefenen.
Kies je voor een vennootschap? Dan ben je verplicht om ook je vennootschap aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds en de jaarlijkse vennootschapsbijdrage te betalen. Voor startende personenvennootschappen is het mogelijk om de eerste 3 jaar een vrijstelling van vennootschapsbijdragen aan te vragen. Hiervoor geldt als voorwaarde dat alle zaakvoerders en een meerderheid van de werkende vennoten minder dan 3 jaar zelfstandige zijn geweest tijdens de 10 jaar voorafgaand aan de oprichting van de vennootschap.
Ben je er nog niet helemaal uit? Ga dan eens langs bij je boekhouder. Hij of zij kan je zeker advies geven over welke vennootschapsvorm het beste bij jouw eigen zaak past.