Heel wat bedrijven maken intussen gebruik van de flexi-job als fiscaal interessant systeem om flexibel extra werkkrachten in te zetten. Steeds meer werknemers kunnen dan weer bijverdienen aan een voordelig tarief dankzij de flexi-job. Maar niet iedereen kan zomaar een flexi-job uitoefenen. Bovendien werden de voorwaarden voor de flexi-werknemers begin 2024 verstrengd.
Werkverleden
Een eerste belangrijke voorwaarde of beperking om via een flexi-job te mogen bijverdienen, heeft te maken met het werkverleden van de werknemer. Die moet al deels actief zijn op de arbeidsmarkt (voor gepensioneerden gelden andere voorwaarden).
Concreet betekent dit dat de werknemer drie kwartalen voor hij of zij een flexi-job start, minstens 4/5de gewerkt moet hebben bij één of meerdere werkgever(s). Die werkgever mag NIET dezelfde zijn als de werkgever waar hij of zij de flexi-job zal uitoefenen.
Wachtperiode
De flexi-voorwaarden werden op 1 januari 2024 verstrengd voor werknemers die overschakelen van een voltijds regime naar een 4/5de-tewerkstelling. Zij moeten eerst een wachttermijn van twee kwartalen naleven voor ze als flexi-jobber aan de slag kunnen.
Wanneer de werkgever de verplichte Dimona-aangifte doet, krijgt hij meteen een melding te zien indien niet aan bovenstaande voorwaarden is voldaan.
Statuten niet combineren
Een andere belangrijke beperking voor de werknemer is dat hij geen flexi-job mag uitoefenen bij de werkgever waar hij al een (voltijdse of deeltijdse) arbeidsovereenkomst heeft. Ook bij een onderneming die nauw verbonden is met zijn hoofdwerkgever kan hij niet als flexi-jobber werken. Deze maatregel kwam er om belangenconflicten te vermijden en de kwaliteit van de arbeidsverhoudingen te bewaken.
Een grondige kennis van alle flexi-jobvoorwaarden en formaliteiten is essentieel om van deze interessante formule voor tijdelijke tewerkstelling een win-win te maken voor werkgever en werknemer.