Nood aan extra handen tijdens de zomermaanden of een stralend weekend? Of wil je vaste werknemer zelf even uitblazen? Voor tijdelijke versterking zijn jobstudenten heel interessant. Niet alleen hun beschikbaarheid is een plus, op jaarbasis mag je ze 600 uur inschakelen aan een voordelig RSZ-tarief. Al zijn er wel enkele aandachtspunten.
Wie mag werken als jobstudent?
Leeftijd is het eerste belangrijke criterium. De startleeftijd voor een studentenjob is 16 jaar. Alleen wie zijn eerste 2 jaar secundair onderwijs heeft afgerond, mag al vanaf zijn 15e aan de slag. Zoals de benaming van het statuut doet vermoeden, moet je werkkracht bovendien als student ingeschreven zijn in een onderwijsinstelling en moet het werken bijkomstig zijn aan de studie. Avondonderwijs, schoolstages en onderwijs met beperkt leerplan vallen uit de boot. Ook wie zijn studie heeft stopgezet, mag niet langer onder dit statuut werken. Studenten die alternerend leren, komen dan weer wél in aanmerking als:
- ze geen werkloosheids- of inschakelingsuitkering krijgen;
- ze geen studentenjob uitoefenen in het bedrijf waar ze in het stelsel van alternerend werken en leren aan de slag zijn – behalve in juli en augustus;
- ze op het ogenblik van de studentenjob geen opleiding moeten volgen of aanwezig moeten zijn op de werkplek.
Hoeveel kost een jobstudent?
Het jobstudentenstatuut is heel voordelig, zowel voor jou als voor je werkkracht. Je betaalt immers geen bedrijfsvoorheffing en je geniet een verlaagd RSZ-tarief. Als werkgever betaal je enkel een solidariteitsbijdrage van 5,43%. Je student draagt op zijn beurt amper 2,71% af.
Voorwaarde is wel dat je de student niet meer dan 600 uur inschakelt op jaarbasis. Hou de gewerkte uren dus goed in de gaten. Want ga je erover, dan vervalt de solidariteitsbijdrage voor de uren boven de 600: jij betaalt bijgevolg het gewone RSZ-tarief (25%) en je jobstudent draagt een stuk meer (13,07%) af. Je student langer dan 600 uur per jaar inschakelen? Dat kan als werkstudent.
Het uurloon dat je de jobstudent moet betalen, hangt af van het baremaloon binnen je sector. Je sociaal secretariaat kan je vertellen wat dat is. Bovenop het loon komt een woon-werkvergoeding.
Wat moet er in de arbeidsovereenkomst?
Een studentenovereenkomst is iets strenger dan andere arbeidscontracten. Deze vermeldingen mogen niet ontbreken:
- begin en einddatum van de overeenkomst;
- (werk)plaats van de uitvoering van het contract;
- arbeidsduur per dag en per week;
- het loon van de jobstudent.
Van de opgemaakte overeenkomst druk je een exemplaar af voor jezelf en een voor de student. Voor hij van start gaat in je zaak moeten zowel contract als arbeidsreglement ondertekend zijn. Uiterlijk op de dag van de indiensttreding breng je ook de Dimona-aangifte in orde.
Wat bij ontslag?
Een studentenovereenkomst wordt altijd voor een bepaalde termijn afgesloten, dus het loopt automatisch ten einde. Wil een van beide partijen toch vroeger een einde maken aan het contract, dan kan dat zonder opzegtermijn of vergoeding tijdens de proefperiode – de eerste drie werkdagen. De opzegtermijnen daarna hangen af van de duur van het contract en de opzeggende partij:
Duurtijd overeenkomst |
Werkgever zegt op |
Student zegt op |
< of = 1 maand |
3 dagen |
1 dag |
> 1 maand |
7 dagen |
3 dagen |
Benieuwd of een jobstudent echt de meest geschikte en voordeligste formule is in jouw specifieke situatie? Laat vrijblijvend een loonsimulatie opmaken. Zo weet je meteen waar je je aan kan verwachten. Heb je al een student op het oog? Laat het ons zeker weten en wij doen het nodige.