Met de zomervakantie voor de deur is de jacht op geschikte logies voor toeristen opnieuw geopend. Wie een extra kamer, appartement of vakantiewoning verhuurt, kan dan ook makkelijk een centje bijverdienen. Met de opkomst van allerlei deeleconomieplatformen werd dit bovendien nog een stuk eenvoudiger. Maar opgelet, actief zijn op een deeleconomieplatform betekent niet automatisch dat je klant van het fiscaal gunstregime voor de deeleconomie kan genieten. Aan welke voorwaarden moet hij voldoen?
1. Levering van diensten
De loutere verhuur van onroerende goederen valt niet onder het regime van de deeleconomie. Enkel wanneer je naast de verhuur tijdens het verblijf ook bepaalde diensten levert zoals bijvoorbeeld ontbijtservice, schoonmaak of vervanging van lakens en handdoeken, kan het deeleconomieregime van toepassing zijn.
2. Voor en door particulieren
Je klant mag onder de deeleconomie niet dezelfde activiteiten uitoefenen als zijn activiteiten als zelfstandige. Baat je klant dus al een B&B uit als zelfstandige? Dan kan hij voor de verhuur van een kamer of appartement nooit gebruik maken van het regime van de deeleconomie.
3. Via een door de overheid erkend platform
De verhuur van het onroerend goed en de betaling ervoor moet via een door de overheid erkend platform voor de deeleconomie gebeuren. Regelt je klant de verhuur via een ander, niet-erkend platform zoals het erg populaire Airbnb, dan is het regime van de deeleconomie nooit van toepassing. Raadpleeg de meest recente lijst van erkende deeleconomieplatformen.
4. Enkel inkomsten uit diensten geleverd via de deeleconomie of occasionele diensten tussen burgers
Verhuurt je klant zijn vakantiewoning bijvoorbeeld ook via een niet-erkend platform, dan kan hij zelfs voor de verhuur via een erkend platform tijdens datzelfde jaar géén aanspraak maken op de vrijstelling voorzien in het kader van de deeleconomie.
5. Maximum 6.250 euro bruto per jaar
Sinds de integratie van de deeleconomie als derde pijler van het ‘onbelast bijverdienen’ vorig jaar, mogen de inkomsten uit de deeleconomie, samen met die uit het verenigingswerk en de occasionele diensten tussen burgers, jaarlijks niet meer dan 6.250 euro (2019) bedragen.
Opgelet, het is de volledige vergoeding (voor verhuur en diensten samen) die voortaan onder de deeleconomie valt. Er wordt dus naar het volledige bedrag gekeken om na te gaan of de drempel werd overschreden.
Alle voorwaarden zijn vervuld
Voldoet je klant aan alle voorwaarden, dan hoeft hij op zijn inkomsten uit de deeleconomie geen belasting te betalen. Bovendien moet hij voor de verhuur dan ook niet ingeschreven zijn in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO), geen btw-hoedanigheid activeren en niet aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds.
Opgelet: eventueel verplichte vergunningen blijven wel van toepassing.
Wat indien niet aan alle voorwaarden is voldaan?
In geval van overschrijding van de jaargrens worden alle bijverdiensten van dat jaar (dus niet enkel het gedeelte boven de genoemde grenzen) én die van het jaar erop belast als beroepsinkomen. Kan je klant echter bewijzen dat het toch niet om beroepsinkomen gaat, dan worden zijn inkomsten als divers inkomen belast. Ook een inschrijving in de KBO, identificatie bij de btw en een aansluiting bij het sociaal verzekeringsfonds kan verplicht zijn als bepaalde voorwaarden niet vervuld zijn.