Ben je student en zoek je een bijverdienste? Als student-zelfstandige kan je rekenen op een voordelige bijdrageregeling. Maar ben je dan nog wel fiscaal ten laste van je ouders? En wat met je belastingen? In deze blog schetsen we de fiscale gevolgen van het statuut van student-zelfstandige in vijf vragen en antwoorden.
Studenten die actief zijn als zelfstandige onder dit statuut betalen geen of verminderde sociale bijdragen. Verdien je in 2021 als student-zelfstandige minder dan 14.042,57 euro netto belastbaar op jaarbasis:
Opgelet: verdien je meer dan 7.021,28 euro per jaar, dan kan je in Brussel of Franstalig België wél je kinderbijslag verliezen. Check zeker ook of er een impact is op je studietoelage.
→ Kom nog meer te weten over de sociale aandachtspunten.
Hiervoor is het onderscheid tussen zelfstandigen met een eenmanszaak en bedrijfsleiders – werkende vennoten en bestuurders van een vennootschap – van belang:
Beroepskosten zijn fiscaal aftrekbaar van je bruto beroepsinkomen. De aftrek van beroepskosten zorgt dus voor een lager belastbaar inkomen. Je kan ervoor kiezen om je beroepskosten zelf te bewijzen of je kan voor het systeem van forfaitaire beroepskosten kiezen. Bewijs je je beroepskosten, hou er dan rekening mee dat de spelregels strikt zijn: de kosten moeten als doel hebben om beroepsinkomsten te verkrijgen of te behouden én ze moeten verband houden met de uitoefening van je beroepsactiviteit. De fiscus aanvaardt dus niet zomaar elke kost als beroepskost.
Belangrijk: naast vennootschappen kunnen ook zelfstandigen met een eenmanszaak forfaitaire beroepskosten aftrekken. Zeker voor zelfstandigen met bescheiden inkomsten en beperkte kosten – zoals veel student-zelfstandigen – is dit goed nieuws. Als je kiest voor de forfaitaire aftrek, moet je je kosten niet bewijzen.
Let wel: ofwel kies je voor forfaitaire aftrek, ofwel voor aftrek van bewezen kosten. Ga je voor het forfait, dan mag je alleen je sociale bijdragen nog afzonderlijk aftrekken.
In principe betaalt iedereen belastingen op zijn beroepsinkomsten, dus ook student-zelfstandigen. Maar in ons belastingstelsel betaal je verhoudingsgewijs meer belastingen als je meer verdient. Dus wie heel weinig verdient, hoeft geen belastingen te betalen.
Verdien je 9.050 euro netto of minder, dan betaal je geen belastingen (inkomstenjaar 2021-aanslagjaar 2022). Ga je daarover, dan blijft de inkomstenschijf tot 9.050 euro nog altijd vrijgesteld. Op de tweede schijf tot 13.540 euro betaal je 25% belastingen. Vanaf de volgende schijf betaal je 40%, enz.
Opgelet, in werkelijkheid is de fiscale regelgeving complexer dan dit. Je boekhouder of accountant kan je bijstaan en adviseren.
Elke meerderjarige Belgische rijksinwoner is verplicht om een belastingaangifte in te dienen, tenzij het totale netto belastbaar inkomen lager is dan de belastingvrije som (= 9.050 euro voor inkomstenjaar 2021). De beroepsinkomsten van een student-zelfstandige moeten in deel twee van de aangifte worden ingevuld.
Je ouders genieten belastingvoordelen zolang je fiscaal ten laste blijft. Oefen je een zelfstandige activiteit uit, dan bepaalt vooral je inkomstenniveau of je fiscaal ten laste blijft.
Je bestaansmiddelen mogen niet hoger liggen dan 3.410 euro netto (inkomstenjaar 2021 – aanslagjaar 2022). Dit bedrag wordt verhoogd tot 4.920 euro als je ouder als alleenstaande wordt belast. Bestaansmiddelen zijn al je belastbare en niet-belastbare inkomsten. Denk aan lonen, uitkeringen, vergoedingen, … Tellen onder andere niet mee: kinderbijslag en studiebeurzen.
Je netto bestaansmiddelen bereken je als volgt: de eerste inkomstenschijf van 2.840 euro aan beroepsinkomsten verkregen als student-zelfstandige (of als jobstudent) mag je aftrekken van het bruto bedrag van je bestaansmiddelen. Van het bedrag dat dan overblijft, mag je nog een kostenforfait van 20% in mindering brengen.
→ Meer uitleg over de berekening van je netto bestaansmiddelen
Verder is de band tussen je ouders en je onderneming van belang:
Werk je als student-zelfstandige in de vennootschap van (een van) je ouders? Dan mag de bezoldiging die je ontvangt vanuit de vennootschap niet meer dan 2.000 euro bruto op jaarbasis bedragen om fiscaal ten laste te blijven van je ouders. Bedraagt de bezoldiging meer dan 2.000 euro ? Dan kan je alsnog ten laste blijven, maar enkel op voorwaarde dat deze bezoldiging niet meer dan de helft vormt van je totale belastbare inkomsten (zonder rekening te houden met onderhoudsuitkeringen).
In deze blog wijzen we je op een aantal fiscale aandachtspunten en geven we je een basisinzicht in de fiscaliteit bij een activiteit als student-zelfstandige. We houden dus alleen rekening met de standaardsituatie waarbij je deel uitmaakt van een ‘klassiek’ gezin en alleen over een inkomen beschikt uit je activiteiten als student-zelfstandige. Maar elke individuele situatie is anders. Daarom raden we je aan om je licht op te steken bij een accountant of fiscalist voor meer info.