Share
Actualiteit

Later lezen?

Onze fiscalist aan het woord: personenbelasting 2021

Pieter Debbaut is fiscaal adviseur bij Liantis. Elke maand loodst hij je door een actueel fiscaal thema. Deze maand gaat hij dieper in op de impact van de coronacrisis op de personenbelasting 2021. 

Onze fiscalist aan het woord: personenbelasting 2021

Op 30 maart 2021 is het nieuwe aangifteformulier inzake personenbelasting in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Door de verschillende federale en gewestelijke coronamaatregelen die de voorbije maanden werden genomen, wordt de belastingaangifte voor aanslagjaar 2021 wat complexer. Het Vlaamse aangifteformulier telt 20 nieuwe codes, de Waalse en Brusselse formulieren tellen er elk 22 nieuwe. 

We geven je een kort overzicht van de nieuwe codes die gelinkt zijn aan de coronacrisis.

 

Bezoldigingen voor vrijwillige overuren

  • Vak IV - rubriek A. 11: Vrijgestelde overuren – codes 1306/2306 en 1307/2307
  • Vak XVI - rubriek 6: Vrijgestelde overuren – codes 1403/2403 en 1404/2404

In deze nieuwe rubriek vermeld je de bezoldigingen en het aantal in 2020 betaalde overuren. Die overuren werden gepresteerd tijdens:

  • het tweede kwartaal van 2020 bij werkgevers die in de strijd tegen COVID-19 tot de kritieke sectoren behoorden;
  • en/of tijdens het vierde kwartaal van 2020 bij werkgevers die in de strijd tegen COVID-19 tot de cruciale sectoren behoorden. 

De bezoldigingen voor 120 overuren zijn vrijgesteld van belasting. Werden in de betreffende kwartalen en bij de betreffende werkgevers meer dan 120 vrijwillige overuren gepresteerd? Dan wordt de vrijstelling verhoudingsgewijs toegekend. De vrijstelling is zowel van toepassing op de bezoldigingen van werknemers (vak IV) als op de bezoldigingen van bedrijfsleiders (tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst, vak XVI).

 

Tax Shelter ‘COVID-19’

  • Vak X - rubriek II Federaal I: Tax Shelter ‘COVID-19’ – codes 1345/2345

Veel kmo-vennootschappen zagen hun omzet door de coronacrisis sterk dalen (minstens 30% omzetdaling in de periode van 14 maart 2020 tot 30 april 2020 ten opzicht van dezelfde periode in 2019) en hadden daardoor nood aan bijkomende financiële middelen. De Tax Shelter ‘COVID-19’ voorziet in een belastingvermindering voor particulieren die uiterlijk op 31 december 2020 nieuwe aandelen hebben verworven in die vennootschappen. Ook bedrijfsleiders kunnen de belastingvermindering genieten voor investeringen in de vennootschap waarin zij (on)rechtstreeks hun activiteit van bedrijfsleider uitoefenen.

In de aangifte moet de belastingplichtige het bedrag van de investering (begrensd tot 100.000 euro per persoon) vermelden. De belastingvermindering bedraagt 20% van het geïnvesteerde bedrag

 

Eenmalig belastingkrediet winwinleningen

  • Vak XI (VL) - Eenmalig belastingkrediet winwinlening aan 40% – codes 3368/4368

De regeling van de Vlaamse winwinlening is tegelijk versterkt en versoepeld. Voor winwinleningen die gesloten werden sinds 16 maart 2020 of die ten laatste op 31 december 2021 worden gesloten, wordt het eenmalige belastingkrediet verhoogd van 30% naar 40%. Dat voor de volledige looptijd van de winwinlening. 

In de aangifte moet dan ook een onderscheid worden gemaakt tussen leningen gesloten vóór 16 maart 2020 die recht geven op het eenmalige belastingkrediet van 30% en leningen gesloten sinds 16 maart 2020 waarvoor het eenmalige belastingkrediet 40% bedraagt. In de aangifte moet je het bedrag van de winwinlening vermelden dat in 2020 definitief verloren is gegaan (bijvoorbeeld naar aanleiding van het faillissement van de kredietnemer).

 

Belastingkrediet ‘coup de pouce’-leningen

  • Vak XI (WAL) - Saldo uitgeleende bedragen ‘coup de pouce’-leningen gesloten in 2016 – codes 3387/4387 en 3388/4388

Het jaarlijks belastingkrediet voor de Waalse ‘coup de pouce’-leningen bedraagt 4% van de uitgeleende bedragen tijdens de eerste vier belastbare tijdperken (vanaf het tijdperk waarin de lening is afgesloten) en 2,5 % van de uitgeleende bedragen tijdens de eventuele volgende belastbare tijdperken. 

Voor de aangifte van het uitstaande saldo van de uitgeleende bedragen van ‘coup de pouce’-leningen gesloten sinds 2016 worden nieuwe codes voorzien. Voor die leningen bedraagt het belastingkrediet nog maar 2,5%

Voor alle andere ‘coup de pouce’-leningen (gesloten sinds 2017) bedraagt het belastingkrediet voor het belastbaar tijdperk 2020 (aanslagjaar 2021) nog 4%. Vandaar worden vanaf aanslagjaar 2021 twee afzonderlijke rubrieken voorzien voor de ‘coup de pouce’-leningen gesloten in 2016 en sinds 2017.   

 

Belastingkrediet proxi-lening

  • Vak XI (BR) - Jaarlijks en/of eenmalig belastingkrediet proxi-lening – codes 3392/4392 en 3393/4393

Gebaseerd op de Vlaamse winwinlening en de Waalse ‘coup de pouce’-lening, heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de proxi-lening ingevoerd. Een particulier en inwoner van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan sinds 15 oktober 2020 een proxi-lening (maximaal 75.000 euro per persoon voor 2020) toestaan aan een kmo met vestigingseenheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het fiscaal voordeel bestaat uit een jaarlijks belastingkrediet en een eenmalig belastingkrediet.

Het jaarlijks belastingkrediet bedraagt 4% van de uitgeleende bedragen tijdens de eerste drie belastbare tijdperken (vanaf het tijdperk waarin de lening is afgesloten) en 2,5 % van de uitgeleende bedragen tijdens de volgende belastbare tijdperken. In de aangifte moet het uitstaande saldo (maximaal 75.000 euro) van de uitgeleende of ter beschikking gestelde bedragen op 31 december 2020 worden vermeld.  

Aan de kredietgever wordt een eenmalig belastingkrediet toegekend als de kredietnemer failliet gaat of wordt vereffend. Het eenmalige belastingkrediet bedraagt 30% van het bedrag dat tijdens het belastbare tijdperk definitief verloren is gegaan. In de aangifte vermeld je het bedrag dat in 2020 definitief verloren is gegaan.  

 

Voorafbetalingen derde en vierde kwartaal 2020

  • Vak XII - Voorafbetalingen derde en vierde kwartaal 2020 – codes 1583/2583 en 1585/2584

 Omdat veel zelfstandigen met winsten en baten en veel zelfstandige bedrijfsleiders in 2020 door de coronacrisis te kampen hadden met liquiditeitsproblemen, hadden ze onvoldoende liquide middelen om hun voorafbetalingen te doen in het eerste en tweede kwartaal van 2020 (VA 1 en VA 2). Daarom werden de percentages verhoogd van de voordelen die verbonden zijn aan de voorafbetalingen in oktober 2020 (VA 3: 2,25% in plaats van 2%) en in december 2020 (VA 4: 1,75% in plaats van 1,5%). 

Let wel op: De verhoogde percentages zijn niet van toepassing wanneer de ‘zelfstandige’ in de periode van 12 maart 2020 tot en met 31 december 2020:

  1. ofwel een rechtstreekse deelneming heeft aangehouden in een vennootschap die is gevestigd in een ‘belastingparadijs’;
  2. ofwel betalingen voor een bedrag van minstens 100.000 euro heeft gedaan aan vennootschappen die zijn gevestigd in een ‘belastingparadijs’ en waarvan niet kan worden aangetoond dat de betalingen werden verricht in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen als gevolg van rechtmatige financiële of economische behoeften. 

In de aangifte moet je aangeven (‘Ja’ of ‘Neen’) of een van deze gevallen zich heeft voorgedaan in de periode van 12 maart 2020 tot 31 december 2020. Zo ja, word je uitgesloten van de verhoogde percentages van de voordelen uit voorafbetalingen.  

 

Toekomstige beroepsverliezen

  • Vak XVII - Terugname van het voor aanslagjaar 2020 gevraagd bedrag voor de vrijstelling van toekomstige beroepsverliezen – codes 1635/2635
  • Vak XVIII - Terugname van het voor aanslagjaar 2020 gevraagd bedrag voor de vrijstelling van toekomstige beroepsverliezen – codes 1660/2660

Om de economische gevolgen van de coronacrisis te beperken, konden zelfstandigen met winsten en baten de eventuele verliezen die ze verwachtten voor het inkomstenjaar 2020 (aanslagjaar 2021) al in rekening brengen in de aangifte voor het inkomstenjaar 2019 (aanslagjaar 2020). Dit is de zogenaamde ‘carry back’-regeling voor coronaverliezen. 

De ‘toekomstige beroepsverliezen’ van 2020 werden in mindering gebracht van de winsten (vak XVII) en baten (vak XVIII) van 2019. De in 2019 vrijgestelde geraamde verliezen van 2020 moeten voor aanslagjaar 2021 worden teruggenomen

In de aangifte wordt een specifieke rubriek ‘Voorheen vrijgestelde winst die belastbaar wordt’ opgenomen. Naast de nieuwe codes vermeld je het voor aanslagjaar 2020 gevraagd bedrag van de vrijstelling voor toekomstige beroepsverliezen. De terugname van de vrijstelling wordt dus niet beperkt tot het bedrag van de vrijstelling dat werkelijk werd genoten voor het inkomstenjaar 2019. Wanneer er in 2020 (aanslagjaar 2021) uiteindelijk geen verlies was of wanneer het verlies kleiner was dan het bedrag van de gevraagde (en dus teruggenomen) vrijstelling, zal er voor aanslagjaar 2021 een bijkomende belastingvermeerdering worden toegepast.

Meer weten over dit onderwerp? Neem dan deel aan een van de (online) sessies waarin Pieter Debbaut een uitgebreide update geeft over de personenbelasting voor aanslagjaar 2021! Via onderstaande button vind je alles over de sessies, én je kan je meteen ook inschrijven.  

Duik dieper in deze topics en schrijf je in voor onze fiscale sessies

Ik schrijf me in
Door Pieter Debbaut
20 mei 2021

Later lezen?

Interesse in dit artikel maar nu even geen tijd?

Laat hieronder je e-mailadres achter en we sturen je een handige link naar het artikel.

We sturen je enkel de link, geen spam.