Ik ben zelfstandige

Wanneer kan ik op pensioen als zelfstandige en hoe spaar ik voor later?

Geschreven door Florence Van Coillie | 15 juli 2019

Met pensioen gaan als zelfstandige in België hoeft geen complexe aangelegenheid te zijn. Op de Liantis-website vind je gedetailleerde informatie over de pensioengerechtigde leeftijd voor zelfstandigen en de berekening van je pensioen als zelfstandige. Hieronder vatten we de essentie kort samen.

Pensioenleeftijd voor zelfstandigen

In België ligt de wettelijke pensioenleeftijd voor zelfstandigen momenteel op 65 jaar. Vanaf 2025 wordt de wettelijke pensioenleeftijd opgetrokken naar 66 jaar en vanaf 2030 naar 67 jaar. Als je lang genoeg werkte kan je eventueel vervroegd met pensioen gaan.

Vervroegd pensioen

Wie als zelfstandige vervroegd met pensioen wil gaan, kan dit op de leeftijd van:

  • 60 jaar (als je minstens 44 loopbaanjaren kan aantonen);
  • 61 jaar (in het geval van minstens 43 loopbaanjaren);
  • 63 jaar (indien je er minstens 42 loopbaanjaren hebt opzitten).

Voor wie in 1957 of vroeger is geboren, zijn de voorwaarden voor vervroegd pensioen iets soepeler.

Pensioen opbouwen als zelfstandige

Een pensioen bouw je op gedurende je loopbaan, maar die loopbaan is bij veel mensen gemengd. Misschien startte jij wel als werknemer en begon je pas na enkele jaren een eigen zaak. Of je startte als ambtenaar, stapte na een tijd over naar de privésector en vestigde je pas daarna als zelfstandige. Bij de berekening van je pensioen, wordt rekening gehouden met al deze statuten.

Drie pensioenpijlers

Je wettelijk pensioen

Als zelfstandige bouw je een wettelijk pensioen op via de sociale bijdragen die je betaalt aan je sociaal verzekeringsfonds. 

Hoewel de minimumpensioenen voor zelfstandigen de voorbije jaren aanzienlijk verhoogd werden, moeten heel wat zelfstandigen het stellen met een eerder beperkt wettelijk pensioenbedrag. Daarom is het aangewezen om een aanvullend pensioen op te bouwen. Dit wordt trouwens fiscaal gestimuleerd.

Let wel: voor loopbaanjaren vanaf 1984 wordt bij de berekening van het zelfstandigenpensioen gekeken naar je beroepsinkomsten en dus de sociale bijdragen die je hierop betaalde. Was je al zelfstandige vóór 1984, dan krijg je voor de voorafgaande periode een forfaitair bedrag dat afhangt van je gezinssituatie.

Opmerking: was je naast zelfstandige ook actief als werknemer of ambtenaar, dan ontvang je er nog een pensioenbedrag bovenop, afhankelijk van je toenmalige loon.

Aanvullend pensioen

Via de tweede pensioenpijler kan je een aanvullend pensioen opbouwen. Voor werknemers gebeurt dit via de werkgever – bijvoorbeeld met een groepsverzekering. (Zo’n groepsverzekering kan trouwens ook voor jou als werkgever fiscale voordelen opleveren.) Maar ook als zelfstandige kan je een aanvullend pensioen opbouwen.

Dat gebeurt in de eerste plaats via het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ). Het voordeel? VAPZ-bijdragen zijn integraal fiscaal aftrekbaar als beroepskost. Daardoor daalt je netto belastbaar inkomen en betaal je minder sociale bijdragen. Daarnaast kunnen zelfstandigen met een eenmanszaak bovenop het VAPZ nog een bijkomend aanvullend pensioen opbouwen via de Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ). Voor zelfstandigen actief in een vennootschap is er de mogelijkheid om, bovenop het VAPZ, nog een aanvullend pensioen op te bouwen via een Individuele Pensioentoezegging (IPT).

Pensioensparen

Tot slot kan je ook gebruikmaken van de derde pensioenpijler. Dat doe je door als particulier aan pensioensparen te doen, bijvoorbeeld via een pensioenspaarfonds of een levensverzekering. Ook deze vormen van pensioensparen zijn fiscaal interessant.

Tip! Nog meer concrete details over je wettelijk pensioen ontdek je via de pensioenlijn op het gratis nummer 1765, of mypension.be. Voor meer informatie over aanvullende pensioenopbouw op jouw maat kan je terecht bij Liantis


Lees ook: “Hoeveel bedraagt mijn pensioen als zelfstandige?”