Als zelfstandige zijn er enkele mogelijkheden om je pensioen te verhogen. Dankzij de regularisatie van studiejaren kan je bijvoorbeeld studiejaren afkopen om zo je pensioenbedrag te verhogen. Is dit de investering waard? En hoe zit dat precies met het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ stelsel? Is het afkopen van studiejaren de investering waard? Kies je best voor het oude of het nieuwe stelsel? Dat hangt ervan af.
Via de ‘regularisatie van studiejaren’ laat je jouw studiejaren meetellen als ‘gewerkte jaren’ voor de berekening van je pensioen. De voorwaarden zijn niet eenduidig. Er bestaat namelijk een oude regeling, een nieuwe regeling én een overgangsperiode tussen deze twee.
In de oude regeling worden de studiejaren pas geregulariseerd vanaf het jaar van de 20ste verjaardag, maar in de nieuwe regelgeving valt deze leeftijdsgrens dus weg vanaf 2020.
Bij de oude regelgeving staat het ‘alles-of-niets’-principe centraal. Je bent verplicht om meteen de volledige studieperiode te laten gelijkstellen en dus te betalen. In de nieuwe regeling kan je echter kiezen hoeveel jaren je regulariseert. Hier zijn wel enkele beperkingen aan verbonden:
De betaling van de studiejaren wijzigt en wordt flexibeler in de nieuwe regeling. Zo moet je in de oude regeling alle studieperiodes in één keer regulariseren en moet de betaling gebeuren binnen een maand na de beslissing. De nieuwe regeling voorziet de mogelijkheid om de studieperiodes in twee keer te regulariseren via twee aanvragen. Voor de betaling krijg je meer tijd: je mag tot zes maanden na het doorgegeven van je keuze betalen.
De hervorming van de regularisatie verandert de kostprijs voor het aankopen van studiejaren. Afhankelijk van je keuze voor de oude regelgeving of de nieuwe regelgeving, zal de kostprijs per studiejaar anders zijn.
In de oude regeling – tot en met 30 november 2020 - is de kostprijs van de studiejaren afhankelijk van het jaar waarin je studeerde:
Opgelet: je kan enkel studiejaren afkopen vanaf het jaar waarin je twintig werd.
Dien je je aanvraag tot gelijkstelling van je studieperiode in vóór 1 december 2020, dan krijg je nog de kans om je studieperiode af te kopen onder de ‘oude’ regeling. Val je sowieso niet onder de oude regeling of wens je liever je studieperiode af te kopen onder de nieuwe regels, dat mag je ze via de nieuwe regeling afkopen.
Onder de nieuwe regeling betaal je een forfaitaire bijdrage van 1.500 euro (niet-geïndexeerd) per academiejaar voor kwartalen na één januari van je twintigste verjaardag. Voor kwartalen voor 1 januari van je 20ste verjaardag geldt een actuariële kostprijs. Dat wil zeggen dat de kostprijs berekend wordt op basis van de datum waarop je afstudeerde, de datum van je aanvraag en je levensverwachting. Die ligt hoger dan de forfaitaire.
Aanvragen ingediend vanaf 1 december 2020 worden behandeld volgens de definitieve nieuwe regels. De voorwaarden van de nieuwe regeling en die van overgangsregeling zijn gelijkaardig. De kostprijs verandert wel. Voor elke aanvraag ingediend ná 30 november 2020 is de kostprijs per academiejaar niet meer forfaitair, maar actuarieel.
Elk studiejaar dat je afkoopt, doet je pensioen jaarlijks stijgen. De netto-opbrengst van het afkopen van studiejaren hangt af van je loopbaan en is voor iedereen anders.
Het is belangrijk dat je nagaat of het afkopen van studiejaren voor jou interessant is en welke regeling het voordeligst is. Daarvoor moet je hele loopbaan in kaart gebracht worden. Laat je hiervoor bijstaan door de studiedienst van Liantis. Deze experts helpen elke dag talloze zelfstandigen de juiste keuzes te maken door hen een uitgebreide pensioenberekening te bezorgen met concreet advies. Interesse?