Een zelfstandige wordt erkend als arbeidsongeschikt in geval van een lichamelijke of psychisch letsel (zoals een ziekte, een zware operatie of psychologische problemen) waardoor de zelfstandige zijn beroep niet kan uitoefenen. Er is een verschil tussen de primaire arbeidsongeschiktheid enerzijds en de invaliditeit anderzijds.
Een zelfstandige kan maximaal 1 jaar als arbeidsongeschikt worden erkend. De zelfstandige dient hiervoor een aanvraag in bij zijn ziekenfonds. Deze zal de gezondheid van de zelfstandige evalueren op twee aspecten:
Na het eerste jaar erkenning van de arbeidsongeschiktheid, zal het Rijksinstituut voor de Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) de arbeidsongeschiktheid opnieuw evalueren . Dit om te analyseren of de zelfstandige zijn beroep terug kan uitoefenen, van beroep kan veranderen of helemaal geen beroep meer kan uitoefenen.
Het RIZIV spreekt hierbij van criteria:
Indien het RIZIV beslist dat een ander beroep mogelijk is, dan gaat het uitsluitend over een regelmatige, normale activiteit die economisch rendabel is (met winstoogmerk) en dus zeker geen vrijwilligerswerk!