Dorpscafé, koffiebar, bistro, frituur … Hoewel dit allemaal horeca-activiteiten zijn, zijn er toch verschillende btw-regels van toepassing. Start je binnenkort met je eigen horecazaak en zie je door het bos de bomen niet meer? In deze blog leggen we uit welk btw-tarief geldt in welke situatie.
Als btw-plichtige ondernemer – het leeuwendeel van de zelfstandigen – moet je btw aanrekenen op je producten en diensten. Die belasting stort je vervolgens door naar de overheid. Afhankelijk van de aard van je activiteit – horecadiensten of niet – reken je in de horeca 6,12 of 21% btw:
Komt je klant in je zaak iets eten of drinken, dan lever je een dienst. Afhankelijk van de geconsumeerde producten pas je 12% of 21% btw toe:
Heb je menu’s of arrangementen met één totaalprijs voor bereide gerechten en dranken samen? Dan reken je toch 12% btw op de maaltijd en 21% op de drank. Splits je niet uit, dan wordt de totaalprijs aan 21% btw belast.
Op afhaal- en geleverde maaltijden pas je 6% btw toe, op voorwaarde dat er geen extra diensten (bv. bediening aan tafel) zijn. Let wel: voor alcoholische dranken en onverwerkte luxevoeding (bv. kreeft, kaviaar, krab, oesters, truffel) blijft 21% btw van toepassing.
Omdat je diensten levert, zijn deze tarieven van toepassing:
Sta je als traiteur enkel in voor de levering van je maaltijden, dan val je onder de btw-regeling van de afhaalmaaltijden (zie situatie 2): 6% btw, met uitzondering van onverwerkte luxevoedingsproducten en alcohol (21%).
Je merkt het: de btw-tarieven in de horeca worden grotendeels bepaald door de aard van je activiteit. Voor een pure levering geldt een lager btw-tarief (6%) dan voor restaurant- of cateringdiensten (12%). Dat onderscheid wordt gemaakt op basis van specifieke details: wegwerpbestek, de aanwezigheid van een zitgelegenheid, bediening aan tafel enzovoort. Voor alcoholische dranken en onverwerkte luxevoeding reken je altijd 21% btw. Pas deze regels strikt toe, zodat je bij een controle niet voor onaangename verrassingen komt te staan.