Op 1 maart 2020 zette Ilse Luyten de stap: ze startte als klinisch psychologe in bijberoep. Haar droom om (anders) om te gaan met rouw en verlies kreeg eindelijk vorm. Maar amper drie weken later was de lockdown in België een feit. We praatten over ambitie en risico’s, over de stap wagen en opstarten tijdens de coronacrisis. “Je stelt jezelf meer de vraag wat en wie er nu belangrijk is in je leven.”Ilse Luyten werkt als stafmedewerker bij het Vlaams Welzijnsverbond, maar is ook aan de slag als projectmedewerker binnen de integrale jeugdhulp in de buurt. Dat hoeft niet te verbazen. Ze heeft een uitgebreide academische achtergrond in de klinische psychologie. Een passie die ze ook als zelfstandige wil uiten.
“Ik heb vier jaar intens belevingsonderzoek gedaan in de jeugdhulp. De welzijnssector boeit me enorm en ik wilde graag na mijn studies beleidsmatig aan de slag. Het is ook in dat kader dat ik bij het Vlaams Welzijnsverbond ben terechtgekomen. Weliswaar in een heel andere ondersteuningsfunctie dan mijn opleiding. Ik heb altijd het idee gehad dat ik ooit iets zou starten wat meer aansloot bij mijn studies. Uiteindelijk heb ik begin dit jaar de knoop doorgehakt en gezegd: ik ga ervoor.”
Op 1 maart startte ze Beleaf op, dat is opgebouwd uit drie grote luiken.
Het eerste draait rond het ontwikkelen van troostgoed. Ilse ontwerpt kaartjes over verlies en rouw, omdat ze merkte dat mensen vaak de juiste woorden niet vinden. Bovendien zijn de klassieke kaartjes in de winkel vaak enkel op een overlijden gericht. Ilse verklaart:
“Maar verlies neemt vele vormen aan, zoals een echtscheiding bijvoorbeeld. De troostkaartjes zijn intussen al te koop. Op termijn wil ik meer troostgoed ontwikkelen, zoals herinneringsdekens of een kussensloop gemaakt uit kleren van een overleden persoon. Met het eerste luik kon ik snel aan de slag en daar heb ik ook geen praktijkruimte voor nodig. Omdat ik nu ook nog fulltime aan het werk ben en nog geen praktijkruimte ter beschikking heb, leek me dat iets goed om mee te starten.”
Het tweede luik waarmee Ilse in het najaar hoopt te starten, is begeleiding van kinderen en jongeren bij verlies en rouw.
“Het is nog afwachten hoe dat vorm zal krijgen, omdat er ergens toch wel een vrees is dat er in het najaar een tweede coronagolf zal komen. Het is niet eenvoudig om in die omstandigheden mensen gepast te begeleiden, omdat het om heel intieme en moeilijke gevoelens gaat. Afstand houden is dan heel vreemd, zeker bij jongeren en kinderen. Dat is dus nog even afwachten.”
“Het laatste luikje heb ik ‘Rouwrevolutie’ genoemd. Ik wil bijdragen tot het doorbreken van het taboe rond rouw en verlies. Vooral onzichtbaar verlies, want verlies wordt geassocieerd met de dood, maar er zijn nog zoveel andere soorten verliesmomenten. Die wil ik meer in de kijker zetten. Dat doe ik nu vooral via mijn Facebookpagina. Elke maand zet ik een bepaald thema in de kijker. Daarnaast zal ik ook partner worden van Reveil. Het is een initiatief om op 1 november op verschillende kerkhoven een mooi moment, noem het maar een klein feestje, te creëren. Het doel is dat de begraafplaats een mooie, warme plek wordt in plaats van iets spookachtigs. Mensen zullen muziek spelen en gedichten voordragen. Het herwaarderen van de begraafplaats is belangrijk, omdat het een locatie is vol levensverhalen en herinneringen, wat heel mooi is en jammer genoeg nu wordt overschaduwd door dat grijze, koele. En Halloween helpt daarbij niet (lacht)”, vertelt Ilse.
Van de drie luiken heeft het eerste al vorm gekregen. Maar hoe zorg je ervoor dat mensen weten wat je te bieden hebt? Die vraag houdt Ilse ook erg bezig.
“Ik heb ondertussen wel al in de krant gestaan en dat artikel is redelijk veel gedeeld. Dus Beleaf is wel wat zichtbaar geworden, maar het heeft geen stormloop op de kaartjes veroorzaakt (lacht).”
Ilse heeft geen traject gevolgd om een businessplan op te stellen, maar beseft wel dat ondernemen zonder een toekomstplan niet veel oplevert.
“Ik noem mezelf een bezield ondernemer, die eerder vertrokken is vanuit een passie en een gedrevenheid, maar natuurlijk moet daar ook een financieel plan en een marketingplan achter zitten.”
“Dat is nog moeilijk om af te stemmen op elkaar, maar daar ben ik wel mee bezig. Voor mijn toekomstige praktijk weet ik al waar ik mij bekend moet maken. Dat zijn de eerstelijnsactoren, zoals huisartsen en scholen uit de buurt. En ik ga lid worden van de Vlaamse Vereniging van Klinisch Psychologen die ook een kring heeft. Samen vormt dat een hele brede eerste lijn. Ik denk dat het nadien vooral een kwestie van mond-tot-mondreclame zal zijn en ik zal mijn kaartjes op verschillende strategische plaatsen leggen. Het troostgoedgedeelte vind ik moeilijker om in de markt te zetten. Ik heb wel met een aantal startende ondernemers gesproken die handgemaakte spulletjes verkopen. Zij zeggen ook: ‘Een webshop is leuk, maar mensen moeten hem vinden’. Bovendien zijn markten en evenementen waar je de kans hebt om uitleg te geven bij je product, het meest succesvol. Die waren door de coronacrisis geannuleerd. Het is voor mezelf nog altijd bevreemdend om mijn product in de markt te zetten."
"De combinatie van ‘Ik wil iets doen wat ik graag doe’ en ‘Ik moet daar iets mee verdienen’ is best wel lastig. Al is verdienen niet de hoofdmoot."
"Ik hoop natuurlijk dat het over enkele jaren iets wordt waaraan ik kan verdienen, maar dat is voorlopig geen kopzorg omdat ik mijn grootste inkomsten uit mijn hoofdberoep haal. Mijn doel is vooral break-even draaien, al zal dat nog even duren omdat ik nu weinig inkomsten heb.”
Hoe verliep Ilses opstart? Heel vlot, ondanks wat initiële vraagtekens. Daarom ging ze ook eerst eens horen bij haar omgeving: “Ik ben eerst te rade gegaan bij mijn nicht die al klinisch psychologe in bijberoep is. Ik heb haar gevraagd wat ik allemaal in orde moest brengen en bij wie ik daarvoor terechtkan. Hoewel ik al wat info had gevonden, vond ik het toch niet zo duidelijk welke stappen ik effectief eerst moest nemen.”
“Ik ben uiteindelijk bij Liantis terechtgekomen via een vriendin die er werkt. Ze had al bij verschillende organisaties gewerkt die gelijkaardige diensten aanbieden en zij raadde me Liantis aan voor de persoonlijke aanpak. Zij had het gevoel dat ik bij Liantis goed zou zitten. Ik heb eerst een verkennend gesprek gehad en heel wat vrijblijvend advies gekregen. Zeker rond het financiële voel ik mij soms nog wat onzeker. Dan is het wel fijn dat ze zeggen ‘Ik zou het zo doen’ of ‘Denk hierover eens na’. Een paar weken later ben ik dan naar Liantis gegaan en heb ik beslist dat ik op 1 maart 2020 zou starten”, aldus Ilse.
Voor Ilse was de uitbraak van het coronavirus geen ramp. “Persoonlijk vind ik dat niet zo erg, al heb ik wel wat schrik om mensen te verliezen zonder waardig afscheid te kunnen nemen. Maar over het algemeen heeft deze periode ook wel rust gebracht. Je stelt jezelf meer de vraag wat en wie er nu belangrijk is in je leven. Ik hoop dat we collectief leren uit deze ervaring en niet helemaal terugkeren naar hoe het was. We moeten hoopvol blijven dat we het leven kunnen opnemen op een betere manier dan voordien.”
We vroegen Ilse naar gouden raad voor andere starters. En die gaf ze: “Als je iets heel graag wil doen, zou ik het gewoon proberen, zeker in bijberoep. Ik weet zelf ook niet hoe het allemaal zal lopen. Je moet natuurlijk niet impulsief zijn. Het concept zat al drie à vier jaar in mijn hoofd en ik heb me voorbereid.”
"Ik zie heel veel mensen die met toffe ideeën zitten, maar die de stap niet durven te zetten, net zoals ik eerst. Het zijn zulke mooie concepten, die jammer genoeg het levenslicht niet zien."
Ilse worstelde zelf ook met onzekerheid: “Ik heb heel graag de controle en neem liever geen risico’s, maar ik wilde me er niet door laten tegenhouden. Er is altijd een bepaald risico en een investering aan verbonden. Ik heb veel gehad aan mijn omgeving. Enerzijds heb ik veel ideeën afgetoetst bij anderen, anderzijds hebben ze me ook de moed gegeven om er effectief mee aan de slag te gaan.”