Van zodra je medewerkers in dienst hebt, ben je verplicht om een arbeidsarts aan te stellen. Die kan deel uitmaken van je Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk, maar mag ook een arbeidsarts van de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk zijn.
Van zodra je één medewerker tewerkstelt, moet je een Interne Dienst voor Bescherming en Preventie op het Werk of IDBPW oprichten. Deze dienst bestaat uit minstens één preventieadviseur, die – al dan niet met de hulp van externe specialisten – waakt over het preventiebeleid binnen de organisatie.
Voor sommige preventietaken kan of moet je als werkgever ook een beroep doen op een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk. Een Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk bestaat uit de afdelingen risicobeheersing en medisch toezicht:
Hele grote ondernemingen hebben via hun interne dienst soms zelf een arbeidsarts in dienst, maar in de meeste gevallen is de arbeidsarts verbonden aan een externe dienst zoals Liantis.
Je bent als werkgever verplicht om een arbeidsarts aan te stellen, ook al zijn je medewerkers niet onderworpen aan een voorgeschreven gezondheidstoezicht of aan vaccinaties. “Je medewerkers moeten altijd de mogelijkheid hebben om te rade te gaan bij de arbeidsarts die hun werkomstandigheden kent. Niet veel werknemers zijn hiervan op de hoogte, maar we raden je wel aan om hen dat mee te delen”, vertelt manager medisch toezicht Bieke Claesen.
“En wist je dat alle medewerkers online via ‘Mijn gezondheid’ onder de tegel 'Werk en gezondheid' kunnen zien wie hun arbeidsarts is? Dat komt omdat deze gegevens gelinkt zijn aan de Kruispuntbank én aan de werkgever die aangesloten is bij een externe dienst”, vult Bieke aan.