Mondmasker, handen wassen, afstand houden … Ondertussen weten we wat we moeten doen om onszelf en anderen te beschermen tegen het coronavirus. Maar de Hoge Gezondheidsraad onderstreept ook het belang van een goede ventilatie en een lage CO2-concentratie. Hoe zit dat precies? Hieronder geven we het antwoord.
Mensen ademen zuurstof in en CO2 uit. Zitten er verschillende mensen in een ruimte zonder dat daar een raam of een deur openstaat, dan zal de uitgeademde lucht de CO2-concentratie snel doen stijgen. Aan die concentratie kunnen we zien of er voldoende verse lucht aanwezig is in de ruimte.
Mondmaskers en afstand houden beschermen ons tegen zware virusdeeltjes, zoals in speekseldruppels. Komen zulke virusdeeltjes vrij, dan bevinden ze zich na anderhalve meter al op de grond. Lichtere virusdeeltjes blijven langer in de lucht hangen. In een slecht geventileerde ruimte zal je die deeltjes sneller inademen en zo misschien besmet raken. Door te ventileren voer je verse lucht aan, wat dus erg belangrijk is om de overdracht van het virus tegen te gaan.
Een CO2-meter kan je vertellen hoeveel CO2 er in de lucht zit. Een goed geventileerde ruimte heeft maximaal een concentratie van 900 ppm (deeltjes per miljoen). Om te controleren of er voldoende verse lucht in je ruimte zit, is zo’n meting dus zeker nuttig.
Als werkgever ben je wettelijk verplicht om ervoor te zorgen dat de CO2-concentratie lager is dan 900 ppm of dat het ventilatiedebiet minimaal 40 m3/u per aanwezige persoon is. Dat kan op een natuurlijke manier (door een raam of deur te openen) of via een luchtverversingsinstallatie. Je moet niet zelf constant het CO2-gehalte meten. Je kan een beroep doen op de preventieadviseurs van Liantis voor de nodig metingen en advies.