Foodtrucks zijn stilaan een vaste waarde op festivals, straat- en trouwfeesten. Grote kans dat je binnenkort een klant in je kantoor hebt zitten die aan slag wil met een foodtruck. Waar moet je klant voor uitkijken als hij of zij begint met een foodtruck? Vergunningen, btw en ‘witte kassa’: we overlopen de belangrijkste zaken.
Een Geregistreerd Kassa Systeem is in bepaalde gevallen verplicht. Dat is het geval voor je klanten waarvan de omzet voor de levering van maaltijden onder de noemer restaurantdienst groter is dan 25.000 euro op jaarbasis.
Een restaurantdienst vereist een ander btw-tarief dan een levering van maaltijden, snacks of dranken. De overige omzet, die je klant verdiende door leveringen, maakt geen deel uit van die 25.000 euro op jaarbasis.
Gebruikt je klant een GKS, dan is hij verplicht een btw-kasticket af te leveren aan zijn klanten. Als dat niet zo is, volstaat het om een btw-bon of kasticket mee te geven, tenzij je klant de vrijstellingsregeling voor kleine onderneming geniet. Dan hoeft je klant geen btw aan te rekenen.
De dienst die je klant levert (restaurantdienst of louter een levering) bepaalt welk btw-tarief van toepassing is.
Als de klanten hun snack of maaltijd enkel afhalen en die dus niet aan de foodtruck zelf opeten, dan spreekt men van de levering van een goed. In dat geval is het btw-tarief van 6% van toepassing. In die gevallen zijn wegwerpverpakkingen en plastic bestek bijvoorbeeld zeer typisch.
Als je klant echter aan of in de nabijheid van zijn kraam enige accommodatie ter beschikking stelt van klanten om ter plaatse een maaltijd te nuttigen (en die ook effectief gebruikt), dan spreekt men van een restaurantdienst. Voor dergelijke diensten moet je klant 12% btw aanrekenen. Dat geldt ook wanneer je klant thuis bij particulieren of op de terreinen van een onderneming zijn foodtruck opstelt.
Als de foodtruck in open lucht is opgesteld, is een minimum aan verbruiksgelegenheid voor klanten genoeg om van een restaurantdienst (12% btw) te spreken. Denk bijvoorbeeld aan een terraselement, verwarming, een parasol of sfeermuziek. Een aantal statafels is wel nog toegelaten als je klant louter een levering (6%) wil aanbieden.
Het btw-tarief van 6 of 12% is enkel van toepassing op de maaltijden. Voor dranken is je klant verplicht 21% btw aan te rekenen, tenzij het gaat om meeneem (take-away). Dan is het percentage ook 6%.
Voor festivals of evenementen in open lucht zijn de regels wat soepeler. Er is dan enkel sprake van een restaurantdienst als de klant gebruik maakt van infrastructuur die “binnen” is voorzien. Als er enkel “buiten” voorzieningen zijn, dan spreekt men van een levering van goederen en is slechts 6% btw verschuldigd.
Voor een onderneming die haar zetel of domicilie heeft in Vlaanderen is dat geen probleem meer. Je klant hoeft dan geen bedrijfsbeheer of beroepskennis te bewijzen.
Ondernemingen die hun zetel hebben in het Waals of Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten echter nog bedrijfsbeheer bewijzen. Als je foodtruck enkel bedoeld is voor meeneem-gerechten, dan hoeft je klant geen beroepskennis te bewijzen.
Van zodra klanten hun maaltijden echter ter plaatse kunnen nuttigen, wordt dat iets ingewikkelder. Er bestaat nog wel zoiets als een vrijstelling voor lichte maaltijden en ook voor frituur-uitbaters. Maar heel vaak zal het aanbod van de foodtruck daar niet onder passen. In die gevallen zal je ook de beroepskennis van een kok moeten bewijzen. Heb je bijvoorbeeld een foodtruck met enkel pizza’s (uitzondering lichte maaltijden), dan hoef je geen beroepskennis te bewijzen. Breid je klant dat aanbod echter uit met bijvoorbeeld Thaise gerechten, dan zal hij wel de beroepskennis moeten aantonen.
Tip! Kom alles te weten over de regels over het bewijzen beroepskennis in de drie gewesten.
Je klant zal in de foodtruck gerechten klaarmaken. Daarom moet hij bij het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen) een vergunning voor je onderneming aanvragen, uithangen in de foodtruck en de regels rond de hygiëne naleven.
De kans is groot dat je klant zich met de foodtruck begeeft op het openbare domein (zoals markten en evenementen). Daarvoor zal je klant dus een machtiging voor ambulante handel moeten aanvragen. In dat geval moet je ook zo’n machtiging (leurkaart) hebben voor alle helpers of personeel.
Bij lokale evenementen (bijvoorbeeld een braderie) vervalt die eis voor een leurkaart misschien, maar dan heeft je klant misschien een speciale toelating nodig van de gemeente. Dat is ook het geval als hij de foodtruck ergens langs de openbare weg wil plaatsen. Deze vergunningen kan je klant ook via het ondernemingsloket regelen.