Elke winter maakt griep zijn intrede en wordt gemiddeld jaarlijks 5-10% van de Belgische bevolking getroffen door griep, dat zijn 550.000 – 1.100.000 zieken. Niet leuk voor werknemers die een week lang vast zitten in hun zetel, noch voor de werkgevers die hun verzuimkosten de lucht in zien gaan. Ontdek hoe gevaarlijk griep kan zijn en hoe je besmetting vermijdt dankzij onder meer een griepvaccin.
Voor de meeste mensen is griep eerder vervelend dan gevaarlijk. Fitte mensen raken doorgaans na een week verlost van de ergste symptomen en zijn na een paar weken weer de oude. Toch overlijden in ons land elk jaar nog een paar duizend mensen door griepcomplicaties, zoals longontstekingen. Dat is vooral zo bij mensen uit risicogroepen, die over het algemeen vatbaarder zijn of een zwakkere gezondheid hebben. Denk aan ouderen, zwangere vrouwen en chronisch zieken.
Naast de medische impact kunnen ook de economische gevolgen van een griepepidemie erg ingrijpend zijn. We nemen griep dus maar beter ernstig.
Griep is zeer besmettelijk. Een op de tien mensen valt in de greep van het virus. Het zogeheten influenzavirus verspreidt zich razendsnel en op verschillende manieren. Zo kan je onder meer door inademing besmet raken. Via de lucht verplaatsen zich immers speekseldruppeltjes die vrijkomen bij het hoesten of niezen. Die komen ook terecht op handen en allerlei voorwerpen. Als je een collega met griep de hand schudt of besmette voorwerpen aanraakt, loop je dus ook risico.
Na besmetting met het griepvirus krijg je gewoonlijk in de eerste week (meestal zelfs na twee tot drie dagen) te maken met de eerste symptomen. De tijd tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte heet de incubatietijd. In die periode merk je zelf niet dat je besmet bent, maar kan je wel al anderen aansteken. Iedereen komt dus eigenlijk ‘te laat’ te weten dat hij griep heeft. Wanneer de symptomen uitbreken, ben je nog tot een week besmettelijk.
Een aantal griepsymptomen zijn dezelfde als die van een verkoudheid. Denk maar aan keelpijn, hoofdpijn en hoesten. Al blijft het daar niet bij in het geval van griep. Snel opkomende koorts en spierpijn zijn bijvoorbeeld griepsymptomen die meestal niet optreden bij een verkoudheid. Verder ben je door griep vaak uitgeput en soms rillerig. Weinig mensen kunnen een griep doorstaan zonder enkele dagen bedrust. Een verkoudheid verloopt bovendien langzamer, terwijl griep heel plots toeslaat. De griepsymptomen houden ook langer aan en er kunnen complicaties optreden.
De beste manier om je te wapenen tegen griep is door je te laten inenten. Inenting is nuttig zolang de griep nog niet in het land is. Het vaccin beschermt immers pas vanaf twee weken na de injectie. Bovendien is de griepprik voor slechts één winterperiode werkzaam, wat betekent dat je je elk jaar opnieuw moet laten inenten. Soms kunnen er op de plaats van de prik bijwerkingen optreden, maar het vaccin zelf is ongevaarlijk. Je wordt er niet ziek van.
Om besmetting te voorkomen, is het ook belangrijk om ruimtes goed te ventileren en voldoende de buitenlucht op te zoeken. Nies en hoest bovendien niet in je handen, maar wel in je elleboog of in een wegwerpzakdoek. Was zoveel mogelijk en zorgvuldig je handen. En maak veelgebruikte voorwerpen – zoals je toetsenbord, deurklinken of de afstandsbediening – regelmatig schoon.
Antibiotica werken alleen tegen bacteriën, niet tegen virussen. Het heeft dus geen enkele zin om antibiotica in te nemen tegen griep of andere ziektes die door virussen worden veroorzaakt: de klachten worden er niet minder door en je zal ook niet sneller genezen. De griepsymptomen verdwijnen doorgaans vanzelf na een week. Schrijft een dokter toch antibiotica voor, dan vermoedt hij of zij naast griep ook een bacteriële infectie zoals een longontsteking.