Ruim 60% van de werknemers zou kiezen voor gezonde voeding op het werk, mocht de werkgever dit aanbieden. Maar slechts 30% van de werkgevers doet dit effectief. Zowel voor (middel)grote als kleine bedrijven loont het nochtans om te investeren in gezond eten. Het toont dat je geeft om je werknemers en hun gezondheid. Meer nog, het heeft een invloed op de prestaties van je onderneming. Hoe stippel je een duurzaam en betaalbaar voedingsbeleid uit?
Haast en spoed is zelden goed – zo ook voor je voedingsbeleid. Neem dus de tijd om een strategisch plan uit te denken met meetbare doelen. Wil je op lange termijn resultaten boeken en ook financieel de vruchten plukken van je voedingsbeleid, dan moet het verankerd zijn in je bedrijfsstrategie en -cultuur. Zo zet je een impactrijk voedingsbeleid op poten:
Kleine, regelmatige inspanningen maken het verschil. Een goed voedingsbeleid bestaat uit een combinatie van ingrepen op alle niveaus van je onderneming: de medewerkers, de afdelingen, de organisatie en zelfs de omgeving. De sleutel tot succes is een evenwichtige mix van activiteiten waarmee je een zoveel mogelijk medewerkers bereikt. Die activiteiten gaan van informeren en omgevingsingrepen aanbrengen tot afspraken maken en regels opstellen, zorg voorzien en begeleiding geven. Hieronder loodsen we door vier essentiële aandachtspunten voor elk voedingsbeleid.
Een belangrijke maar vrij eenvoudige en betaalbare pijler van je beleid is educatie. Daarmee verhoog je de bewustwording rond gezonde voeding bij je werknemers. Dat kan al door bijvoorbeeld een poster met tips over gezonde voeding op te hangen in de eetruimte. Verder kan je infosessies en workshops organiseren, je medewerkers relevante externe informatie en kanalen aanreiken, of een diëtiste uitnodigen. Door te informeren creëer je tegelijkertijd ook een breder draagvlak binnen je organisatie. De regels veranderen zonder de nodige duiding en achtergrondinformatie te geven, werkt immers contraproductief.
Gezond eten begint bij een aangepast keuzeaanbod. Breid stapsgewijs het assortiment in de keukens of automaten uit met gezonde tussendoortjes en dranken met een vergelijkbare prijs. Een bekend voorbeeld is de fruitmand, die bovendien fiscaal aftrekbaar is. Al gedacht om theïnevrije thee aan te bieden? Of om de snoepjes aan de balie te vervangen door noten? Trek de lijn door naar vergaderingen, evenementen en bedrijfsfeesten. Zorg ook voor één of meerdere microgolfovens: wie dat wenst, kan zo zijn thuisbereide lunch opwarmen.
Indien je over een bedrijfsrestaurant beschikt, denk dan samen met de cateraar na over gezonde lunchopties. Je kan deze merken met een sticker ‘gezonde keuze’ of het aantal calorieën vermelden. Naast het gezonde aanbod uitbreiden, kan je er ook voor opteren om de ongezonde opties op het menu in te perken.
Eens het vernieuwde aanbod er is, wil je het ook stimuleren door het aantrekkelijk en toegankelijk te maken. Zo kan je water gratis aanbieden – bijvoorbeeld via waterfonteinen en waterkoelers – of gezonde dranken en tussendoortjes goedkoper maken dan ongezonde frisdranken en snacks. Nog een voorbeeld: maak van volkorenbrood de standaardoptie in de kantine. Wie een wit broodje wil, moet er dan expliciet naar vragen.
Al bestaan er ook subtielere manieren om het keuzegedrag te beïnvloeden. Dat heet nudgen: iemand quasi onbewust tot een bepaald gedrag stimuleren in plaats van te verplichten. Een voorbeeld is om gezonde eetwaren duidelijk zichtbaar op te stellen: bij het binnenkomen van de kantine, op ooghoogte, vooraan in de rekken of aan de kassa.
Medewerkers met medische problemen, overgewicht of voedselallergieën hebben specifieke noden. Tijdens preventieve medische screenings kan een expert individueel gezondheidsadvies meegeven. Hebben nieuwe werknemers (bijvoorbeeld arbeiders) een check-up nodig, dan kan je dat moment aangrijpen om te informeren en adviseren over gezonde voeding.
Verder doe je er goed aan om ook in te spelen op de noden van mensen die uit overtuiging geen vlees of dierlijke producten eten, of bepaalde religieuze voorschriften naleven.
Hoewel de meeste werknemers openstaan voor initiatieven rond gezonde voeding, beschouwen anderen het als een privézaak. Ook al zet je als werkgever in op informeren en stimuleren, je kan niemand verplichten om gezond te eten. Niet iedereen hecht er evenveel belang aan en (eet)gewoontes verander je niet zomaar. Kortom, keuzevrijheid blijft het hoogste goed.
Bij het uitrollen van een aangepast voedingsbeleid hoef je zeker het warm water niet uit te vinden. Er bestaan al heel wat hulpmiddelen om je te ondersteunen.