Bedrijfswagens zijn lang de heilige koe geweest in het Belgische woon-werkverkeer. Voor werkgevers waren ze fiscaal aantrekkelijk, voor werknemers hadden ze een grote emotionele waarde. Nu begint het tij te keren. De overheid werkt eraan om de fiscale voordelen van de fiets voor werkgevers te vergroten, en werknemers voelen steeds meer voor het dagelijkse ritje met de haren in de wind.
Het is nogal evident, maar met een fiets sta je niet in de file. Werknemers komen dus vaker op tijd en beginnen aan de dag zonder zenuwen. Onderzoek toont aan dat ze 50% minder stress ervaren. Opvallend: dat geldt niet alleen in vergelijking met de auto, maar ook in vergelijking met het openbaar vervoer. Blijkbaar is ook de zoveelste treinvertraging of gemiste aansluiting naar huis een bron van frustratie. Fietsen doe je gewoon van deur tot deur, en de wetenschap dat je het traject zelf in handen hebt, zonder onverwachte tegenslagen, geeft het grootste gevoel van vrijheid.
Dat weerspiegelt zich meteen in de statistieken over ziekteverzuim. Het gemiddelde aantal dagen afwezigheid daalt bij fietsers meteen van 8,7 dagen naar 7,4 dagen per jaar (p16). Bovendien is het aandeel dat zich nooit ziek meldt een stuk groter. Tel daar de gewonnen uren bij die werknemers op het werk doorbrengen in plaats van in de file — uren die je als werkgever vaak op niemand kan verhalen omdat ze als overmacht gelden — en de som is snel gemaakt. Investeren in fietsende medewerkers loont gewoon voor bedrijven.
Een fietsvergoeding is voor 100% fiscaal aftrekbaar als bedrijfskost en vrij van RSZ, aan € 0,23 per kilometer. En als je ook een stuk van de parking wil vrijmaken voor fietsenstallingen of een fietsenhok, dan kan je de infrastructuurkosten voor 120% aftrekken. Hetzelfde geldt voor investeringen in een douche of een kleedruimte, waarmee je als werkgever ook meteen een duidelijk signaal geeft.
Overschakelen van een auto- naar een fietsenvloot doe je natuurlijk niet van vandaag op morgen. In veel bedrijven zijn er nog maar een paar pioniers die elke dag ongemotoriseerd naar het werk bollen. Nochtans is fietsen niet per se iets voor de die-hards. De elektrische fiets zit in de lift en wordt stilaan goedkoper, en voor langere afstanden zijn de speed pedelecs in opgang. Voor wie ze nog niet kent: een pedelec is een elektrische fiets waarbij je kunt meetrappen tot 45 kilometer per uur, in plaats van 25 per uur voor de traditionele e-bike. Sinds 2018 geldt voor dit voertuig dezelfde kostenaftrek als voor een gewone fiets.
De Duitse mobiliteitsgoeroe Lukas Neckermann legt in “The Mobility Revolution” uit dat we aan de vooravond staan van een revolutie die voor het werkleven even ingrijpend kan zijn als de informatisering. Opvallend: hij ziet in die toekomst niet enkel autodeelsystemen, elektrische vliegtuigen en zelfrijdende wagens, maar noemt ook de fiets als een kernonderdeel van de stad van de toekomst. Fietsen nemen maar een fractie van de ruimte in, zijn wendbaar en relatief goedkoop en verhogen de levenskwaliteit van werknemers zonder dat er tijd verloren gaat. En wie wil er vandaag geen fris en groen imago voor zijn bedrijf?
Een betere mobiliteit voor je werknemers? We kunnen je raad geven!